Preek van de week: zondag 21 mei 2023

Twee wetenschappers ontdekken een voorheen onbekende komeet die over zes maanden op de aarde in zal slaan en alle leven zal doen uitsterven. Ondanks het overtuigende bewijs en de zorgwekkende boodschap reageert de politiek in eerste instantie niet. De verwachting is dat het naderende einde der tijden het slecht zal doen in de peilingen. Als de wetenschappers met hun verhaal naar de media gaan proberen die met oog op de kijkcijfers een luchtige draai te geven aan de aanstaande vernietiging van al wat leeft. Eén van de wetenschappers trekt het niet meer. Haar wanhopige uitbarsting verwordt tot een meme die gretig op de socials wordt gedeeld, in tegenstelling tot de eigenlijke boodschap. De mogelijkheid doet zich voor om de komeet op tijd te vernietigen, maar maar als de miljardair-CEO van een groot technologiebedrijf ontdekt dat de komeet voor miljarden aan zeldzame grondstoffen bevat, wordt de missie op het laatste moment gestaakt. Ondertussen raakt de publieke opinie sterk gepolariseerd: sommigen maken zich grote zorgen, anderen denken dat de komeet een hoax is, bedoeld om angst te zaaien als onderdeel van een complot van de globale elite. Dat de naderende komeet op den duur ook met het blote oog zichtbaar is, verandert daar niks aan.

Hoe het afloopt, vertel ik u niet, dat kunt u zelf thuis bekijken. Want voor het geval u het niet doorhad: wat ik u zojuist verteld heb is geen eigen bedenksel, maar het scenario van de Netflix kaskraker Don’t look up, een satirische film die commentaar levert op de manier waarop er wordt omgegaan met de klimaatcrisis. De komeet staat symbool voor de opwarming van de aarde. De titel, ‘Don’t look up!’ slaat op de slogan die de overheid lanceert als de komeet steeds zichtbaarder wordt: kijk gewoon niet omhoog!
Met de subtiliteit van een drilboor kraken de makers het onvermogen en de onwil van politici, media en het gewone volk om een gepast antwoord te bieden op het naderende einde van alles. En dat doet het goed: Don’t look up is de op één na best bekeken Netflix-film aller tijden. Het einde van alles als volksvermaak, om op de bank van te genieten met een biertje en een chippie erbij.

Wat heeft een film uit 2022, met publiekslieveling Leonardo DiCaprio in de hoofdrol, te maken met een brief uit de eerste eeuw van onze jaartelling aan een groep mensen in de marge? Wel: volgens de regisseur is de film vooral bedoelt als een schop onder de kont van de kijkers. Het is een appel.

II

En vooropgesteld: Netflix is de Bijbel niet. “Het einde van alles” waar Petrus het over heeft, heeft weinig te maken met een allesvernietigende komeet. In de verwachting van de eerste christenen vinden we geen script voor een soort Hollywood-Apocalyps, inclusief epische vlammenzee of verwoestende zondvloed, maar dan met Jezus in de hoofdrol. Verlekkerd uitzien naar de vernietiging de aarde zit er voor christenen niet in, je schouders erover ophalen even min.
Juist daarom is het extra wrang om te constateren dat het deels juist onze mede-gelovigen zijn die de dreiging van de klimaatcrisis ontkennen. Wie denkt dat het christelijke toekomstperspectief neerkomt op ‘m smeren naar de hemel, terwijl je in de achteruitkijkspiegel nog net kunt zien hoe de aardbol ontploft, die heeft het niet helemaal begrepen.
Maar ook wie de crises wél onder ogen ziet en eraan vertwijfeld, doet het hoopvolle van Petrus boodschap dat het “einde van alles nabij is” geen recht.

III

Maar die voelt misschien wél beter aan, dat het bij Petrus niet gaat om een goedkope hoop. Het is hopen tegen de klippen op. Misschien ook wel tegen beter weten in. Want laten we eerlijk zijn: sinds Petrus deze brief neerpende zijn zo’n 2000 jaar verstreken. “Nabij” is een rekbaar begrip, maar de rek, zou je zeggen, is er nu toch een beetje uit, zou je toch zeggen. “Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?”

Een dichtregel van Reve, bij het graf van de zoon van zijn buurvrouw. Een kind nog. Wie hier op denkt te moeten antwoorden met een vrome praatjes zet zichzelf buiten spel. Net als de vrienden van Job, die maar beter hun mond hadden kunnen houden. Elke poging om de dood van een kind of het kwaad dat de rechtvaardige treft mooier te maken dan het is, het te relativeren of te verklaren is gedoemd om te mislukken.
“Stil maar, wacht maar, ooit wordt alles nieuw” is geen antwoord op het lijden, maar een schaamlap voor je eigen onvermogen om de duizelingwekkende zinloosheid ervan onder ogen te zien, om je te ten diepste te laten raken door de pijnkreet van je naaste. Het is, in de woorden van predikant Ad van Nieuwpoort, religie als lapmiddel gebruiken, om onder de grote vragen uit te komen.
Het is god als duveltje uit het doosje, die helemaal op het einde zijn entrée doet om er alles nog even recht te breien. Dat voelt Petrus ook wel aan. Met Hemelvaart vers in ons geheugen zou je misschien verwachten dat hij zijn boodschap van hoop verbindt aan Christus’ verheerlijking, maar dat doet hij niet. Hij begint niet met “wees blij, want u hebt deel aan Christus’ glorie”, nee. Kijk maar, vers 13: “Hoe meer u deelhebt aan Christus’ lijden…” De hoop komt niet pas na het lijden, als de strijd gestreden is, zij zit er middenin.

Zo staat ook Jobs doodswens volgens Van Nieuwpoort niet haaks op de hoop, in tegendeel. “Jobs verlangen naar de dood”, schrijft van Nieuwpoort, “is zo beslist, is zo duidelijk verwoord, dat het tegelijk roept om een ander einde, verlangt naar een andere toekomst, naar een leven dat wél leefbaar is.”

IV

Voor Job geen leven na de dood. Wél een boom. “Voor een boom is er altijd hoop.” Zou Maarten Luther aan Job hebben gedacht, toen hij zei: “Als ik wist dat morgen de wereld zou vergaan, dan zou ik vandaag een appelboompje planten”?
We weten het niet, en evenmin of de beroemde reformator dit überhaupt ooit heeft gezegd en wat maakt het ook uit. Het beeld werkt: een appelboompje dat nooit vrucht zal dragen, geplant tegen beter weten in. Niet omdat het kans van slagen heeft, maar gewoon omdat het goed is om een appelboom te planten.

Net zoals het goed is om te bidden om gastvrij te zijn, om Gods genade in al haar veelkleurigheid te vieren en te vertalen in woord en daad. Boven alles, zegt Petrus, is het goed om innig lief te hebben, tot het einde. De daden waartoe Petrus zijn lezers oproep zijn uit hetzelfde hout gesneden als Luthers appelboompje. Zij wortelen in de hoop, die niet het niet het slotstuk van de werkelijkheid vormt, maar van begin tot einde haar richting bepaalt. Hoop gaat niet over de toekomst, maar over het hier en nu. Of, om de beeldspraak van Moltmann te lenen: De hoop gaat niet alleen over het slotakkoord, zij vormt de grondtoon van het bestaan. Het gaat niet over wat er ooit zal gebeuren, maar om wat er nu gaande is, en het zet ons in beweging.

V

Hoe dat eruit ziet? Waar Luther het houdt bij een hypothetisch boompje, heeft Wangari Maathai ze ook echt geplant. Zij had van haar moeder geleerd dat bomen bron zijn van voedsel, schaduw, en schone lucht. Een haven voor vogeltjes en insecten en inspiratie voor dichters. “Een boom,” had gaat moeder gezegd, “is een stukje toekomst.”
Die toekomst werd in Kenia bedreigd door een coalitie van politici en zakenmensen, voor wie “boom” synoniem was voor “hout” en die door de natuur te plunderen haar mensen beroofde van hun toekomst. Waar de natuur wordt geschonden, volgen de mensenrechten. Toen Wangari Maathai zag hoe de meren in buurt van haar dorp begonnen op te drogen en de rivieren begonnen te verdwijnen, nodigde ze een paar vrouwen uit voor overleg. Zij besloten de bomen terug te halen. Zij verzamelden zaadjes in het bos en plantten die in blikken, gaven ze water en kweekten ze tot ze ze in hun achtertuin konden zetten.

Het heeft iets aandoenlijks. Waarom zou je een boom planten als de wereld vergaat?
Wat voor zin heeft het om stekjes te kweken in een land waar dagelijks hectaren aan bos gekapt worden? Maathai ging door met bomen planten. Wie toegeeft aan het cynisme, geeft zich over aan het verhaal van hen die planten en mensen, schepselen van de Ene, met voeten treden. Voor de mens die schamper doet over stekjes, is er geen hoop.

Maar voor een boom … “voor een boom is er altijd hoop. Als hij wordt omgehakt, loopt hij weer uit.” Job wist dat. Maathais tegenstanders ook. Zij werd bedreigd en gevangengezet. Haar man bedong in een openbaar en vernederend proces een scheiding vanwege haar, en ik citeer, “onvrouwelijke sterke wil.” Ondanks de hoon en bedreigingen zette ze door. Elk zaadje dat ontkiemde, bracht nieuw leven in een verdorde gemeenschap, elke scheut die uitliep getuigde de hoop op een leefbare toekomst. Uiteindelijk legden de bomen die zij plantte de bijl aan de wortel van het autocratische regime. Wat klein begon groeide uit tot een wijdvertakte beweging. Wangari Maathai won als eerste Afrikaanse vrouw in 2004 de Nobelprijs voor de Vrede. Toen zij in 2011 overleed, was haar laatste wens dat haar kist niet van hout zou zijn. De beweging die zij heeft gestart heeft inmiddels 50 miljoen bomen gepland.

VI

Hoop gaat niet over later, hoop gaat over nu. Zij is voor wie geloven de lens, waardoor zij de werkelijkheid bezien. Zij die hopen op Christus pikken de realiteit zoals ze is niet langer, maar beginnen haar tegen te spreken. De prikkel van Gods aanstaande toekomst spoort ze aan en maakt het onmogelijk om genoegen te nemen met wat eraan afdoet. Zij hebben geen boodschap aan zaken die nou eenmaal zijn zoals ze zijn. Zo ontmaskeren ze de wreedheid die zich hult in de dekmantel van “laten we wel realistisch blijven”. Hun trouw geldt een andere werkelijkheid. Biddend en wakend, dienend en hopend hebben ze lief, zijn ze gastvrij, planten ze bomen. Het zijn mannen en vrouwen van wie de psalm zingt:

Die in Gods huis geplant zijn, zij bloeien in Gods licht
Als palmen opgericht. Hun lot zal in zijn hand zijn.
Zij zullen vruchten dragen.

“Kan een mens herleven?”, vroeg Job zich af. “Hij vlucht als een schaduw en houdt geen stand.”

Maar een boom … “Voor een boom is er altijd hoop.”

Amen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.