Preek van de week – Zondag 1 oktober ’23

I

‘Wie is verantwoordelijk?!’ die vraag klinkt vanochtend door in beide lezingen. Hebben we telkens weer de kans en de vrijheid om onze eigen keuzes te maken? Of werken keuzes van andere zo door in ons leven dat die vrijheid beperkt is?

De boodschap in de lezing uit Ezechiël klinkt in op het eerste gezicht nogal stellig. Via de profeet vraagt God zich af waarom het volk van Israël toch nog steeds dat oude spreekwoord gebruikt: “Als de ouders onrijpe druiven eten, krijgen de kinderen stompe tanden’. Nooit meer moet iemand nog dat spreekwoord in de mond nemen, zo zegt God. Want ieder mens heeft steeds weer de mogelijkheid om voor het goede te kiezen, om tot inkeer te komen en vooral te leven. Niet langer moet het volk zich dus achter deze uitspraak verschuilen of weglopen voor haar eigen verantwoordelijkheid. Maar het volk lijkt te denken ‘niet eerlijk’ of zoals ze letterlijk zeggen: ‘de weg van de Heer is onrechtvaardig’.

II

En misschien is dat gevoel ergens wel herkenbaar, want is de realiteit wel altijd zo eenduidig dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor haar eigen keuzes voor de weg die hij gaat?

We kunnen er toch eigenlijk niet omheen dat wat mensen doen gevolgen heeft voor anderen en met name voor wie van hen afhankelijk zijn. Hoe lastig kan het niet zijn om jezelf los te schudden van bepaalde gebruiken, gewoontes of overtuigingen  die je als kind voortdurend onbewust meekreeg. En zoals onze achtergrond allerlei positieve voordelen met zich mee kan brengen, zo kan het ook tegen ons werken. En ben je dan nog steeds net zo verantwoordelijk; net zo vrij?

Maar misschien komt die vraag naar verantwoordelijkheid en naar schuld en onschuld, vandaag de dag nog wel het meest omhoog wanneer we kijken naar de klimaatproblematiek. De mensen die het meest onder de klimaatramp te lijden hebben, zijn degene die er het minst schuld aan hebben. Sub Sahara-Afrika en Latijns-Amerika zijn samen slechts verantwoordelijk voor 4% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Mensen daar worden als het ware gestraft voor de zonden die wij in het westen begaan. Maar ook als we dan kijken naar onze eigen schuld daarin, als mensen in het Westen, dan kunnen we er niet omheen dat die realiteit ook complex is. Ja, we dragen er aan bij en hebben schuld, maar anderzijds zitten we vaak net zo goed vast in een systeem wat we alleen niet kunnen veranderen. Het is als het ware een gezamenlijk falen waar we allemaal onderdeel van zijn.

III

Maar wat moeten we dan met deze tekst uit Ezechiël? Laat die geen enkele ruimte voor deze complexiteit (zoals misschien op het eerste gezicht lijkt) óf wil ze ons misschien juist voorbij zo’n zwart-wit denken trekken? Ik denk eigenlijk dat laatste.

God lijkt zich hier, via de profeet, namelijk te keren tegen een soort fatalisme, het idee dat ons lot toch al vast ligt en dat verandering niet meer echt een mogelijkheid is. Of dat idee dat we dan wel slachtoffer dan wel de schuldige zijn, en dat daar vervolgens weinig meer over te zeggen of aan te doen valt.

En als we weer kijken naar dat voorbeeld van Sub Sahara Afrika en het Westen, de realiteit waarin anderen worden gestraft voor wat wij doen, dan klinkt er in deze tekst uit Ezechiël misschien ook wel iets door van ‘zo zou het niet mogen zijn’. 

In de woorden van God, bij monde van Ezechiël, klinkt niet alleen de roep om als mens niet weg te lopen voor onze verantwoordelijkheid, maar ook de hoop dat er altijd verandering mogelijk is en dat de toekomst open is.

IV

Zo ook in dat verhaal van die twee zonen dat we in Matteüs tegen komen. De ene zoon zegt wel ja, maar doet nee, terwijl de zoon die nee zegt tot inkeer komt en het wel doet. Jezus houdt de oudsten en de schriftgeleerden hier eens spiegel voor. Juist degene op wie zij neerkeken, die ze al hadden afgeschreven, nemen hun verantwoordelijkheid en kiezen voor de weg van het leven. Terwijl zij zelf wel grote woorden hebben of zeggen wat sociaal wenselijk is, maar hun handelen daar niet aan verbinden; zij zijn niet bereid te veranderen.

V

Verantwoordelijkheid, verandering én hoop die drie hebben in de lezingen van vandaag van alles met elkaar te maken. En volgens de theologe Barbara Brown Taylor is dit ook waar het ten diepste om gaat wanneer we spreken over zonde en redding. Twee woorden die veel van ons misschien niet meer makkelijk in de mond nemen en zij zelf trouwens ook niet. Ze hebben vaak iets ouderwets, clichés of beklemmends gekregen.

Dat is niet gek volgens Brown Taylor. In haar boekje ‘Speaking of sin and the lost language of salvation’ stelt ze dat de kerk er te vaak in gefaald heeft om deze begrippen echt relevant te maken; om ze te verbinden aan kernervaringen waar ieder mens bekend mee is. De begrippen zijn abstract of te specifiek geworden, losgetrokken van onze ervaring. Maar daarmee hebben we, volgens haar, ook iets verloren.

VI

Steeds vaker wordt geloofstaal verruild voor juridische of medische taal. Niet langer hebben we het over zonde en menselijk falen, maar in plaats daarvan spreken we van misdaden en wetteloosheid of van ziekte en aandoeningen. We ontvangen een vonnis of diagnose in plaats van een oordeel en straf of behandeling in plaats van boetedoening. In het dagelijks leven is die medische en juridische taal vaak heel behulpzaam, maar het is maar de vraag of ze een geschikte vervanger is voor de theologische of geloofstaal.

Want als we niet oppassen wordt het kwaad of de fouten die we maken, hierdoor namelijk iets waar we maar weinig aan kunnen doen, omdat het onvermijdelijk en alles doordringend is of slechts voortkomt uit angst of zwakheid, óf het wordt iets waarvoor we juist de volledige verantwoordelijkheid dragen; het is opzettelijk wangedrag. En het is precies die tegenstelling, dat zwart of wit denken, waar het volk van Israël ook dreigt in te vallen.

Maar het is maar de vraag of het ooit wel geheel het één dan wel het ander is. Dan wel schuldig, dan wel slachtoffer of lijdend voorwerp. En als we zo naar zonde, schuld of het kwaad kijken, heeft dat ook iets fatalistisch. Je bent of volledige verantwoordelijk of je kunt of maar weinig aan doen. In beide gevallen is een weg vooruit lastig.

VII

Maar de taal van zonde, bekering en redding, hoe ouderwets dat ook mag klinken, wil juist ruimte creëren voor de paradox, de complexiteit én voor een weg vooruit! Met zonde hebben we het dan niet zozeer over het overtreden van bepaalde regels. In de kern heeft zonde veel meer te maken met verbroken relaties; met ons doel missen; met de ervaring van licht zien, maar ons ervan afkeren; met van het wegduwen van liefdevolle armen; met van het doen wat maar nodig is om onszelf te voeden of te troosten. Zonde heeft te maken met de ervaring van afgesneden zijn van het leven of vervreemding van de Bron van al het leven. En dat ziet er voor iedereen anders uit. Dat is dus ook niet zomaar voor een ander te benoemen.

Tegelijk is het iets wat we niet alleen ervaren als individuen, maar ook als mensheid. En zowel in onze existentiële angsten als in ons opzettelijk wangedrag. Soms veroorzaken wij die gebrokenheid en vervreemding, soms zitten we er simpelweg in gevangen en niet zelden is het een combinatie van die twee. Maar hoe het ook zij, in die taal van zonde, zij we hier nooit toe gedoemd. Daar geen fatalisme.

VIII

Theologisch spreken over zonde verbindt dit namelijk altijd met de roep en de mogelijkheid tot inkeer en verandering. Het gaat om herstel in plaats van straf.

Dat klinkt ook door in de woorden van Ezechiël. Daar gaat het God niet zozeer om een strikte toepassing van rechtvaardigheid, maar om een oprecht verlangen dat het volk weer de weg van het leven vindt. Niet voor niets eindigt de lezing met de oproep ‘kom tot inkeer en leef’. God heeft het leven voor ogen.

Door het spreken over zonde erkennen we niet alleen wat fout is, maar zetten we ook een stap om het weer recht te zetten. In die zin is het ook een belijdenis van hoop: dat dingen kunnen veranderen en niet altijd zo hoeven te blijven. Maar dan wel een hoop die niet los laat van een besef van verantwoordelijkheid en het nemen van verantwoordelijkheid.

Dat is tegelijk geen makkelijk proces, misschien daarom ook iets van die terughoudendheid of zelfs tegenstand bij het volk. Want hier moet de blik naar binnen.

IX

Zonde, schuld of spijt, ook voor veel van ons zijn het waarschijnlijk geen makkelijke onderwerpen of emoties. En toch, we kunnen niet om die ervaringen heen en dus kunnen we ze dus misschien ook maar beter onder ogen zien.

Dat geldt op individueel niveau, maar zoals we al eerder noemde zijn die gevoelens van schuld en spijt vandaag de dag voor veel van ons ook herkenbaar wanneer we kijken naar de situatie aan de grenzen van Europa; nadenken over de productie van onze kleding, de metalen in onze laptop of het enorme energieverbruik door alle filmpjes waar we gedachteloos op onze mobiel langs heen scrollen. Een gezamenlijke falen, waar we allemaal onderdeel van zijn.

Maar volgens de spreker, maker, schrijver en theoloog Rikko Voorberg is het hoopvolle dat in de christelijke spiritualiteit die ervaringen van spijt en schuld niet alleen worden herkend en benoemd, maar dat er ook een adres voor is. We mogen hopen op en geloven in die eeuwige Bron van geduld, liefde, vergeving, hoop en nieuwe kansen. Die onze spijt in ontvangst kan nemen; die onze angst aan kan horen in het we-hebben-het-er-god-nog-an-toe-zelf-naar-gemaakt; die onze hoop aan kan horen dat het anders kan én onze twijfel of de kleine stapjes die mogelijk zijn in ons eigen leven wel genoeg zullen zijn.

God kan onze emoties en onze zoektocht dragen, hij ziet ons en stuurt ons vervolgens ook weer vol vertrouwen op pad. Een beetje lichter en met hoop en ruimte om naar de ander te kijken en samen mogelijkheden te zien.

X

Want dat is uiteindelijk wat er mag gebeuren als we onze individuele en gemeenschappelijk schuld, zonde of spijt onder ogen komen. Dat is niet bedoeld om ons voor eens en voor altijd weg te zetten als fout of ziek of om ons nog verder de grond in te trappen, maar om het volle leven weer her te ontdekken en een stap in de goede richting te zetten. Daarin kunnen we niet onder onze eigen verantwoordelijkheid uit, maar is er tegelijk het volle bewustzijn dat we ook van elkaar afhankelijk zijn. Andere kunnen ons vast houden of tegenhouden, maar anderzijds geldt ook dat we juist samen echt duurzaam kunnen werken aan herstel en verzoening.

Samen mogen we onze fouten onder ogen komen, de complexe realiteit herkennen en erkennen en steeds weer zoeken naar dat volle leven voor ieder mens. Kom tot inkeer en leef!

Amen

One thought to “Preek van de week – Zondag 1 oktober ’23”

  1. over schuld gesproken:

    we kwamen elkaar tegen
    zomaar ergens in het bos
    jij in een oude versleten jas
    je gezicht verscholen in een hoody
    je liep moeilijk, een beetje mank
    in uitgetrapte sneakers
    waarschijnlijk had je niet meer dan de kleren die je droeg

    ik in mijn dikke jas
    met stevige laarzen aan mijn voeten
    want het was koud en het pad kliedernat
    samen met mijn weldoorvoede hond

    ik groette je
    maar je antwoordde niet
    wanneer leven je niet zo mooi gezind is
    zijn basale dingen niet zo vanzelfsprekend
    we gingen elk onze weg

    je bleef in mijn gedachten rondspoken
    had ik niet ….

    was ik niet gewoon
         die priester, die Leviet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.