Preek van de Week – 26 mei ’24

Exodus 3, 1 – 6
Handelingen 4, 32 – 37
Johannes 3, 6 – 8 . 14 – 16
I
Bij een menigte die één van hart en ziel is
moet ik denken aan de euforie van de volle Euroborg
na de promotie van FC Groningen naar de eredivisie.
De blije bestorming van het veld.
Alles en iedereen groen en wit.
Eén grote gemeenschap.

Natuurlijk denk ik ook aan u en mij
en wat wij samen hebben
als het om gemeenschap gaat.
Lucas schrijft niet over voetbalsupporters
maar over een menigte die tot geloof gekomen is.
Alleen, om nu over ons hier te spreken
als over een menigte
dat is ook alweer zo wat.
En tot geloof gekomen?
Voor de meesten van ons geldt
dat het geloof al heel wat jaartjes meegaat
met zijn ups en met zijn downs.
Ingebed in ons bestaan.
Vergroeid met woe we zijn geworden.

Denkend aan de uitstorting van de heilige Geest op de Pinksterdag
dwalen mijn gedachten weer af
naar de ontlading van grote vreugde
twee weken geleden in de Euroborg.
Afgelopen zondag maakte ik de Pinksterviering mee
in de Pepergasthuiskerk.
Ik mocht daar een kindje dopen
van iemand die mij dierbaar is.
Het was een mooie verzorgde dienst.
Maar om nou over uitstorting van de Geest te spreken?
Dat is een jaarlijks terug kerende vraag, nietwaar?
Hebben wij er geen antenne voor?
Waarom weet de Geest ons toch zo moeilijk te vinden?
Ontgaat er ons iets?

Nou ja, misschien dat grensoverschrijdende van de Geest.
Het boek Handelingen van de apostelen
getuigt van de gang van het evangelie
dat uit de schulp van de Thora kruipt
en naar de einden van de aarde wil.
Van Jeruzalem naar Rome gaat het.
Niet van kerk naar kerk, maar van stad tot stad.
Daar zijn wij minder van.
We hebben genoeg met onszelf te stellen.
De kerk is een vertrouwde plek,
een vluchtheuvel voor onze verwarde zielen.
En ook al proberen we voorzichtig aan
bondjes aan te gaan met anderen in Stad en Ommeland,
en zijn we plaatsvervangend trots
op wat de theaterproductie ‘Op het spel’ heeft losgemaakt,
het moet niet ten koste gaan van de schulp
die de Nieuwe Kerk voor ons is.
We weten inmiddels wel
dat de Geest van God niet alleen van binnen naar buiten waait
maar ook andersom, van buiten naar binnen.
Alleen blijft het lastig om dat ook zo te ervaren.

II
Van de menigte die tot geloof gekomen waren,
zegt Lucas dat ze alles gemeenschappelijk hadden.
Nou, dat hebben wij niet.
En ik was eigenlijk ook niet van plan
om u in te peperen dat dit eigenlijk wel zou moeten.
Schuldgevoelens helpen niet om uit je schulp te kruipen.
Maar het is misschien wel aardig om hier te delen
wat we wél gemeenschappelijk hebben.

De liefde voor deze plek bijvoorbeeld
Waar we soms zomaar ineens rust vinden
voor onze verwarde zielen
en dan als cadeau ook nog eens gemeenschap ervaren.
Als er ooit een tijd geweest is
waarin we allemaal de zelfde geloofstaal spraken,
dan is die nu wel voorbij.
Iedereen hier gunt de ander haar eigen gekkigheid
zolang de ander die jou ook gunt.
En dan toch tot in je vezels voelen
dat je elkaar gegeven bent
en daar dan God bij durven noemen.
Zonder onze individualiteit op te geven
opgetild worden tot gemeenschap.

Wat we nog meer gemeen hebben,
is ons aller eenzaam geworstel met de geest van de tijd
die verleidt tot dit en dat
en die achter dat masker van ‘the sky is the limit’
en jíj bent belangrijk,
eisen aan je stelt waaraan je niet kunt voldoen.
Bij iedereen pakt dat weer anders uit
en je kijkt wel lekker uit om te roepen dat het je te veel wordt
want dat is een teken van zwakte.
En als je iets niet moet zijn dan is het zwak.
Trouwens, die ander heeft ook genoeg aan de eigen fiets hangen.
En laten we wel wezen,
Je hebt ook iets te verliezen.
De geest van de tijd eet je niet alleen maar leeg.
Ze heeft je ook veel gebracht.
De nodige welvaart
(oké, slecht verdeeld, maar toch..)
en een grote mate van onafhankelijkheid.

Dat er hele vinexwijken zijn,
waar je met een mooi inkomen geen huis meer kunt kopen,
en waar toch bij de laatste verkiezingen
in grote getale op Wilders werd gestemd,
dat is alleen maar te verklaren uit angst
dat alles wat je hebt opgebouwd
je ook zomaar weer zou kunnen verliezen.
Daarom worden er tegen gemaakte afspraken in
schuttingen gebouwd
waar de stedenbouwkundigen van gruwen.
Dat is allemaal angst.
Ja, dat is ook wat we gemeenschappelijk hebben:
angst om alles kwijt te kunnen raken.

III
Die eenzaamheid, de stress,
de angst om alles kwijt te kunnen raken,
daarin zijn we één van hart en ziel.
Mag je dat zo zeggen?
In een soort omgekeerd Pinksteren
vuren we onze diepste allerpersoonlijkste zielenroerselen
op de hemel af
in de hoop wat rust terug te ontvangen.
En zomaar ineens denk ik:
Die stem uit de brandende doornstruik,
uit de lezing uit Exodus,
zou die ook voor ons bestemd kunnen zijn?
‘Ik heb gezien hoe ellendig jullie er aan toe zijn.
Daarom ben ik afgedaald om jullie
uit het Angstland te bevrijden.’
Is dat het pinksterantwoord?
Van jij tot jullie gemaakt
En van ik tot wij
Nu echt: Eén van hart en ziel.

Dat in de eerste gemeente niemand zijn bezittingen
als zijn persoonlijk eigendom beschouwden,
was een gave van de Geest.
Net als onze eenzaamheid, onze stress
en de angst om alles kwijt te kunnen raken
in God samen komen,
gehoord en gezien worden
en zo niet langer ons persoonlijk eigendom zijn.
Het is een gave van de Geest.

Maar nu doorstoten naar de kern.
Nee, dat ze in de eerste gemeente alles gemeenschappelijk hadden,
stukken land en huizen verkochten
om het leven te delen,
was niet de eis van een politiek programma.
Het werd niet afgedwongen door het politbureau
met de apostelen als de communistische leiders.
Het was het werk van de heilige Geest.

Alles begint bij het getuigenis geven
van de opstanding van Jezus, de Heer.
Alleen is dat geen individuele opdracht.
Geloof begint niet bij jou.
Jij bent er geen baas over.
Je hoeft je ziel niet te redden voor de eeuwigheid
en die van een ander ook niet.
Geloof begint bij God – Vader Zoon en Geest,
Die jou aan de ander geeft en de ander aan jou.
Getuigenis geven van Jezus’ opstanding is hoogst politiek
en grijpt in in de economische verhoudingen.
Heel direct zit dat al in het woord ‘getuigen’.
Het is een economische term.
Getuigen is terug betalen.
‘Geef terug aan de keizer wat van de keizer is
en aan God wat van God is’
zegt Jezus tegen de schriftgeleerden
die van hem willen weten of je belasting betalen mag.
Daar wordt het zelfde woord gebruikt.
Net als daar waar de tollenaar Zacheüs belooft
om alles wat hij te veel gevraagd heeft van mensen
terug te betalen.
Getuigen is terug betalen.

In de korte lezing uit Handelingen
klinken meerdere economische termen.
Naast ‘getuigen’ twee verschillende woorden voor ‘verkopen’,
waarin het om iets anders gaat
dan bezittingen die van eigenaar wisselen
om zo de motor van de economie draaiende te houden,
maar waar verder alles bij het oude blijft.
In beide woorden voor ‘verkopen’ zit iets van
uit het ene economisch systeem
in een ander economisch systeem terecht komen.
En dat komt weer samen in het woord ‘verdelen’
dat ook gebruikt wordt waar Jezus
de broden en de vissen verdeelt onder de menigte.
In dat licht is er een duidelijk verband
tussen de uitstorting van de heilige Geest
en het storten van de opbrengst
van verkochte huizen en grond
voor de voeten van de apostelen.
Het gaat hier niet om liefdadigheid
maar om de nieuwe economische orde
die meekomt in de gave van de heilige Geest.

IV
Legio mensen zijn bang
om wat we zelf over ons hebben afgeroepen –
en dat geldt zeker voor wie hier in het Westen
de wieg had staan.
Schuldgevoel en schaamte daarover
gaan hand in hand met dom doorgaan
en anderen, kwetsbare anderen,
de schuld geven van de crisis.
omdat die gewoon te groot is, te complex,
te duur, te laat, en meer van dat soort dingen.
En wij horen daar bij
en hopen stilletjes en oprecht,
met dat laatste beetje geloof in ons,
dat God ons er niet mee zal laten zitten.
Voor ons allemaal geldt inmiddels
dat we ons het einde van de menselijke beschaving
beter voor kunnen stellen
dan het einde van een economisch systeem
waar we ons aan hebben uitgeleverd.

En daarom is het zo goed dat de kerk er is.
Niet vanwege de verzameling gelovigen
die de truc nog kennen van dom doorgaan op de oude weg
en voor de gevolgen ervan troost te zoeken bij God
en op Hem te blijven rekenen.
Niet daarom is het goed dat de kerk er nog is.
Wél omdat hier gebeden wordt om de gave van de Geest
die haar eigen economie met zich mee brengt.
Wél omdat hier de verhalen verkondigd worden
die van deze Geest getuigen.
Zij snapt waarom wij ons het einde van de menselijke beschaving
beter voor kunnen stellen
dan het einde van ons economisch systeem.
Maar zij laat ons daar niet alleen mee.
Er zit verandering aan te komen.
Het is Pinksteren geweest.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.