Preek van de week – Zondag 12 november ’23

Bij Matteüs 25: 14-30

I

Gemeente van Christus,

Van weinig gelijkenissen in het Nieuwe Testament doen zoveel verschillende uitleggen de ronde als van de gelijkenis van vandaag. Daarmee is het helaas soms ook tot één van de meest misbruikte teksten geworden uit het Nieuwe Testament. Want als er zoveel verschillende interpretaties zijn, waarom dan niet die gebruiken die je eigenlijk wel goed uitkomt of die vooral niet al te veel schuurt?

II

Maar, wat horen we dan eigenlijk in ons verhaal van vandaag? Een verhaal wat volgt op de gelijkenis van de 5 wijzen en de 5 dwazen meisjes en vooraf gaat aan het verhaal over de scheiding van de schapen en de bokken. Drie verhalen over het koninkrijk van de hemelen, over de verwachting van Jezus’ terugkomst en het leven in de tussentijd.

En dan begint de gelijkenis van vandaag als volgt: Of het zal zijn als met een man die op reis ging,  zijn dienaren bij zich riep en het geld dat hij bezat aan hen in beheer gaf”. Hoewel de eerste dienaar vijf keer zoveel krijgt als de laatste dienaar, ontvangen ze allemaal een behoorlijke som met geld. Een talent stond gelijk aan 6000 denarri, waarbij 1 denarri een gemiddeld dagloon was in die tijd. Eén talent staat dus ongeveer gelijk aan 20 jaar werken voor de gemiddelde werknemer; een gigantisch bedrag.

En met dat geld krijgen ze dan de opdracht: terwijl ik weg ben, beheer het en ga ermee aan de slag totdat ik terug ben.  Een spannende opdracht die om moed en vertrouwen vraagt, al is het maar omdat ze ook niet weten of en wanneer hun heer precies terugkomt. Bij terugkomst roept de heer zijn dienaren bij elkaar en vraagt hun wat ze met het geld hebben gedaan. De dienaren die het hun toevertrouwde geld hebben geïnvesteerd en verdubbeld, ontvangen lof en meer verantwoordelijkheid. Maar de knecht die het veilig in de grond heeft weggestopt, wordt hard veroordeeld.

III

Hoe moeten we dit verhaal dan begrijpen? Simpel zou je misschien zeggen. De heer, dat is God. Die geeft ons geld en goed, gaven en talenten, en vraagt ons daar iets mee te doen; ze te ontwikkelen. We worden hier dus opgeroepen om te ontdekken wat onze talenten zijn en hoe we die het beste kunnen inzetten. Een verhaal van zelfontplooiing, ten dienste van Gods koninkrijk.

IV

Maar doet Jezus hier daadwerkelijk een pleidooi voor zelfontplooiing? Een oproep voor ieder persoonlijk om onze gaven en talenten zo goed mogelijk te benutten en in te zetten? Of gaat het toch om iets anders, zo vraagt een tweede uitleg zich af. Gaat het niet meer over hoe we als volgelingen van Christus, als gemeenschap of als kerk, omgaan met wat ons is toevertrouwd?’ Een opdracht en een taak voor in de tussentijd? In de gelijkenis van de 5 wijzen en 5 dwaze meisjes, die voor deze gelijkenis komt, gaat het om wachten en voorbereid zijn op de komst van Jezus. Maar misschien dat Jezus hier als het ware de andere kant van de medaille laat zien: het gaat niet alleen maar om wachten, omhoog kijken en de dagen af tellen. We worden ook geroepen om om ons heen te kijken, zodat we gaan zien hoeveel er nog te doen is. Jezus, zegt dan als het ware: dat koninkrijk van mij, dat vertrouw ik aan jullie toe! Jullie mogen gaan leven, spreken en investeren in mijn naam. Wees trouw, neem initiatief, risico’s zelfs misschien. Ja, doe wat ik deed en zou doen. Imiteer mij. En hoe ziet dat er dan uit? Het vervolg van Matteüs 25 geeft een inkijkje: “door hongerigen te voeden, zieken en gevangenen te bezoeken, de naakte te kleden en de vreemdeling welkom te heten”.

Zo bezien ligt in deze tekst dan ook een opdracht aan ons als kerk, om ons niet veilig terug te trekken achter onze muren of alleen te geloven met de blik omhoog of op onze eigen innerlijk. Geloof heeft alles te maken met onze omgeving, met onze naasten. In het bijzonder de naaste aan wie zo vaak voorbij gelopen wordt, de naaste die lijdt onder onrecht, armoede of ziekte. Geven we aan hun roep gehoor?  Of steken we onze kop in het zand, zoals die derde dienaar zijn talent in de grond verborg?

V

Maar zo vraagt een derde manier interpretatie zich af: is het wel juist om die talenten zo te allegoriseren? Het Griekse woord talanton heeft tenslotte geen andere connotatie dan een monetaire eenheid of gewichtsmaat. Wijst dit verhaal ons er niet op dat we ons geld van God ontvangen hebben en geroepen worden daar goed mee om te gaan of zelfs om het te vermeerderen? Vertelt het ons dat God ons voorspoed en overvloed wil geven in ons leven en dat we dat ook zullen ontvangen als we hem trouw zijn?

VI

Nee, dat is onze kapitalistische mindset die de blik vertroebeld, zo stelt een vierde uitleg. Een uitleg die de betekenis van deze gelijkenis volledig omdraait. Want in tegenstelling tot ons, zo stelt die uitleg, leefde Jezus niet in een kapitalistisch systeem waarin men gelooft dat je rijkdom kan laten toenemen door investeringen. In plaats daarvan had men in die tijd een idee van gelimiteerd goed: er is maar een bepaalde hoeveelheid rijkdom en wanneer dat bij de een toeneemt, wordt het van een ander weggenomen. Het doel in het leven van een doorsnee boer of arbeider was om genoeg te hebben voor zichzelf en zijn familie. Een ieder die voor zichzelf grote hoeveelheden rijkdom verzamelde werd gezien als hebberig en slecht.

Tegen die achtergrond staat dan niet de heer symbool voor God, maar de derde knecht, die de eervolle is in dit verhaald. Alleen hij heeft geweigerd om mee te werken aan de onbelemmerde hebzucht van zijn meester. Zo bezien roept de gelijkenis rijken op om te stoppen met het uitbuiten van de armen en moedigt het ons aan om hebzucht bloot te leggen als zonde. Wat dat betreft is het laatste vers dan geen oordeel, maar vooral ontnuchterend. Het beeld uit wat er kan gebeuren met hen die tegenwicht bieden aan de rijken en machtigen. Maar het moedigt ook aan om niet op te geven, maar om gezamenlijk op te staan en onrecht bloot te leggen.

VII

Houdt u het nog bij? In sneltreinvaart klonken zomaar vier manieren, waarop deze tekst is en wordt gelezen. Vier manieren waarop de tekst tot ons kan spreken. En nu kunnen we gaan zoeken naar wat de meest juiste of meest waarschijnlijke uitleg is, iets wat nieuwtestamentici gelukkig zeker hebben gedaan, maar vanochtend is het misschien nog wel interessanter om onszelf af te vragen wat al deze verschillende uitleggen met ons doen. Waar prikkelen ze en scheuren ze? Waar ligt onze voorkeur en waarom?

VIII

Ik noemde het aan het begin al even: het is soms maar wat makkelijk om Bijbelse teksten voor je eigen karretje te spannen. Als de bijeenkomst Kerk en Slavernij van gisteren ergens aan herinnert is het dat misschien wel. Of om teksten vooral te lezen vanuit onze eigen, vaak maar wat persoonlijke, tijds of cultureel gebonden theologie te lezen. Op een manier dat ze die vooral bevestigen. Bijvoorbeeld in het denken over de kerk en Israël.

Maar wat nu als teksten schuren? Of ons ergens op wijzen waar we liever niet te veel bij stil staan? Zoals die kritiek op onze hebzucht of die opdracht om niet stil te zitten en de blik alleen naar binnen of boven te richten, maar trouw te zijn en Jezus te imiteren, ook als ons dat wat kost?

Wat we in de Bijbel tegenkomen is niet alleen maar zoet op de tong. Als we het echt laten binnen komen, dan gaan we ook ontdekken dat het soms helemaal niet lekker zit en bitter wordt in onze maag. De Bijbel is niet geschreven slechts om ons te plezieren of om het ons aangenaam te maken, maar om ons te betrekken in een realiteit; in Gods realiteit. En dat is soms maar wat uitdagend of schurend.

Het liefst lezen we de Bijbel als een boek vol van troost, bemoediging en bevestiging, en als dat niet helemaal zo werkt passen we het zo aan dat het dat alsnog doet. Maar niets in de Bijbel is één dimensionaal, gesystematiseerd of getheologiseerd. Alles in de Bijbel is organisch en nauw verbonden met de geleefde werkelijkheid. En dus moeten we de Bijbel niet generaliseren, niet samenvatten of systematiseren, maar binnengaan. Dan blijkt de Bijbel waarschijnlijk zowel het meest bemoedigende als ook het meest ongemakkelijke boek te zijn, omdat ze ons deelnemers maakt van Gods wereld. Omdat ze ons telkens weer voor die uitdagende vraag zet wat het betekent om vandaag de dag God te volgen en zijn woorden serieus te nemen. Hoe ziet dat er uit als we oog in oog staan met onrecht of geconfronteerd worden met lijden?

IX

Misschien, en nu voeg ik stiekem zelf nog een vijfde interpretatie van de tekst toe, is hoe die eerste twee dienaren omgaan met de aan hun gegeven talenten wel te vergelijken met hoe wij worden geroepen om te gaan met de Bijbel. Namelijk door er meer aan de slag te gaan, te zoeken, te proberen en te riskeren, ook als dat wat kost en ook als we daarin soms te kort schieten. Maar alles beter dan het maar veilig op te bergen, op zo’n manier dat het ons vooral niet teveel van ons vraagt. Nu je het verhaal van vandaag zo op verschillende manieren hebt gehoord, waar scheurt het voor jou? Waar wordt jij aan het denken of in beweging gezet? En wat doe je daarmee?

Amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.