Preek van de Week – zondag 22 september ’24

Deuteronomium 13, 2 – 6
Efeziërs 2, 12b – 20
Marcus 9, 30 – 37

I
‘Christus Jezus is onze vrede!’
Het is een joekel van een statement
in een paar woorden gevat.
Het is als een liefdesverklaring.
Alles is ermee gezegd.
Je kunt er niet omheen bewegen,
wat gezegd wordt nuanceren.
Je kunt je er aan overgeven
of er met de rug naar toe gaan staan.
Overgave eraan staat gelijk aan bekering.
Niet van mensen die niks hebben
met wat hier verkondigd wordt,
maar bekering van jou en van mij.
En keer je het de rug toe,
Dan ben je er nog niet vanaf.
Als we deze vrede de rug toekeren,
dan blijft ze ons lastig vallen.
Want het is een levende werkelijkheid
die niet weg is als wij onze ogen ervoor sluiten.
‘Christus Jezus is onze vrede!’
Zeggen we dat de apostel Paulus na?

Misschien is ons grootste probleem wel het gemak
waarmee we de grote woorden over ons heen laten komen,
zonder de passie daarin toe te durven laten.
Grote woorden horen bij deze plek, bij dit moment,
bij de viering van de liturgie op zondag.
Het is goed om een plek als deze te hebben
waar jou de vrede wordt aangezegd,
een schuilplaats in een wereld vol gewelddadige conflicten,
waarvan de oorlog in Gaza en nu ook Zuid Libanon
en de oorlog in Oekraïne er maar twee zijn.
Bedenk daarbij dat oorlogen
al lang geen afgebakende militaire conflicten meer zijn.
Het oorlogsrecht en de humaniteit hebben de slag verloren.
En grootmachten weigeren daar een eind aan te maken.

II
Onze wereld is het tegenbeeld van de hartenkreet:
‘Christus Jezus is onze vrede!’
Even allesomvattend.
De liefde heeft het er zwaar.
Kansloos lijkt ze tegen alle krachten
die naar de vernietiging leiden.
Door te doen alsof er maar twee oorlogen gaande zijn,
proberen we het zicht niet te verliezen
op alles wat het leven zo mooi kan maken.
Dit is dan zo’n plek die meehelpt
om het voor ons allemaal een beetje behapbaar te houden.
Zonder dat is het gewoonweg niet te doen.
Activisten houden het behapbaar
door de zaak waarvoor ze aandacht vragen af te bakenen,
om zich daaraan ten volle te kunnen geven.
Kerken doen het door de vrede van Christus af te bakenen
tot het diepe verlangen naar heelheid
op maat gesneden van onze benarde zielen.
Alle ballen op de troost!

III
Een vredesactivist uit Groningen vroeg me
hoe het toch komt dat kerken vandaag
zich zo moeilijk laten aanspreken
op de vragen van oorlog en vrede
en op de zaak van geweldloze weerbaarheid.
Vijftig jaar geleden was dat wel anders.
Kerken lieten hun stem horen.
En bij de massale demonstraties tegen de kernbewapening
ging het Interkerkelijk Vredesberaad mee voorop.

Wat is er sindsdien toch veranderd?
De protestantse kerk is qua ledental gehalveerd.
Ze is voorzichtiger geworden in het zich uitspreken
over grote maatschappelijke vragen.
En dat laatste is niet los te zien
van het zelf verstaan van haar individuele leden
die zelf wel uitmaken wat ze geloven
en welke consequenties ze daaruit trekken.
Het hele politieke spectrum van links tot radicaal rechts
is vandaag in de kerk terug te vinden.

‘Christus Jezus is onze vrede!’
Oké, maar dan wel zoals ik Hem zie.
‘Jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn’
Laten we het vooral niet te maatschappelijk maken.
Dat geeft alleen maar gedoe.
En bij gedoe lopen mensen weg.
In die zin zijn kerkmensen net zo geseculariseerd
als ieder ander.
Ze laten zich de wet niet meer voorschrijven
en zoeken de bubbel op
die hen op dat moment het beste past.

IV
‘Maar stáát de kerk ook nog ergens voor?’
vraagt de vredesactivist
die trouw gebleven is aan zijn pacifistische overtuiging
waarvoor hij in zijn jonge jaren
een jaar in de gevangenis gezeten heeft.
Nou…
Stond ze maar voor de erkenning van ieders breekbaarheid,
voor de ademruimte die ontstaat
als je die breekbaarheid niet meer hoeft te verstoppen;
voor de ontdekking dat die brokstukken
ons aan elkaar verbinden
en tot bouwstenen worden van een nieuwe wereld.
Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen…
Ik betrap me erop dat ik mijn hoofd schud
als ik naar een antwoord zoek op zijn vraag
of de kerk nog ergens voor staat.
Tot er de bevrijdende gedachte in me opkomt
dat er wel iemand voor háár instaat.
Voor de kerk.
Nee, dat is te weinig.
Voor kerk en wereld samen.
Dit gaat het speelveld van ziel en zielenheil ver te buiten.
En daaruit wordt de juichkreet van Paulus geboren:
‘Christus Jezus is onze vrede!’
Of we daar nu mét de wereld met de rug naar toe gaan staan.
Of dat we het mét Paulus in vreugde beamen.
Van Christus Jezus komen we niet meer af.
En van zijn vrede ook niet.

Je kunt deze juichkreet niet los zien
van wat Paulus ooit overkwam onderweg naar Damascus,
toen hij nog dreiging en moord blies
tegen de volgelingen van Jezus;
toen hij in een visioen tegen Hem opliep
en van zijn paard viel
en alles wat hem krachtig dreef in een donker gat verdween;
toen hij bij zijn naam geroepen werd:
‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’.
Toen hij in het donker niet alleen gelaten werd
door de Gekruisigde
en hij in zijn nabijheid de ruimte vond om met Hem op te staan
met Hem die hij vervolgd had.
Dat klinkt allemaal mee in de juichkreet:
‘Christus Jezus is onze vrede!’

V
Hij heeft de muur geslecht tussen joden en niet-joden –
O God, laat het opnieuw gebeuren!
Wat Paulus zegt gaat elke vorm van religie ver te buiten.
We worden ingeschreven in het verhaal van bevrijding,
waarin machtigen van de troon gestoten worden
en klein gemaakte mensen worden verhoogd.
Een verhaal dat we niet maatschappelijk hoeven te maken
omdat het dit gewoon ís.
Alles en iedereen omvattend.
Helend bovenal!
Het is het afscheid van elke vorm van godsdienst
waarin het louter gaat over ziel en hemel
en God, welke God dan ook, jou laat bungelen.
Eigenlijk was dat een leven zonder God, zegt Paulus.
Een leven zonder de Bevrijder.
Een leven zonder liefde.
Een leven zonder hoop.

Niet met geweld heeft Christus Jezus de muur geslecht.
Met inzet van zijn eigen vege lijf heeft Hij het gedaan.
Met zijn bloed.
Met zijn weerloze overmacht.
Het geweld kwam van de andere kant.
Van de onze.
Bang als we zijn voor eigen breekbaarheid.
God werd geweld aangedaan
en Hij stond eruit op met maar één doel:
ons uit de cirkel van geweld meenemen in een nieuw leven
zoals Hij dat met Paulus heeft gedaan
toen Hij hem genas van het permanent rond blazen
van moord en dreiging.
In zijn weerloze overmacht
maakt God een eind aan de vijandschap.
Een nieuwe wereld is in de maak
waarin niemand meer vreemdeling of gast is
maar burgers en huisgenoten van deze God.

VI
Dat we als kerk geen raad weten
met deze wereld en met onszelf,
dat is niet het probleem.
God zelf wist zich er ook geen raad mee
en ging eraan ten onder.
Maar dat we liever achter blijven in deze wereld
en de liefdeloosheid voor lief nemen
en daar goede argumenten bij weten te bedenken;
dat we het liever bij het oude godsgeloof houden
waarin er een hemel te verdienen valt
met je goeie gedrag of het juiste geloof
– dat maakt allemaal niet zo veel uit -,
in plaats van met God op te staan
in zijn wereld zonder muren,
waarin breekbaarheid geen vloek is maar een zegen,
dat is toch niet te geloven?

Het gemak waarmee we de vrede van Christus parkeren
en ons voegen op de huidige weg van escalatie
en daarop in koor dreiging en moord blijven blazen,
is tekenend voor de wereldgelijkvormigheid van de kerk.
Ja, maar Poetin heeft het gedaan en moet verslagen worden.
Hamas is de belichaming van het kwaad
en moet met wortel en tak worden uitgeroeid.
Toch?
Elke dag die een oorlog langer duurt zaait haat
naast de doden die allemaal een moeder hebben.
Elke dag langer maakt het moeilijker
voor aan elkaar grenzende en verwante volken
om nog samen te kunnen leven.
Oorlog is geen noodlot.
Wij geloven niet in noodlot.
Hier verklaren wij de liefde
aan Christus Jezus, die onze vrede is.

En het is nog gekker.
U bent het Lichaam van Christus.
U kunt de doden niet tot getallen laten worden.
Want de wonden van de wereld, ook de uwe,
staan in het opstandingslichaam van Christus.
Onze dood is Hij gestorven.
De kerk mag van zichzelf verwachten dat ze spréékt –
Niet in de rondte kletst, maar spréékt.
Luisterend naar de stemmen
van wie en wat er niet mocht zijn.
En gehoorzaam aan het Woord van de Ene.
Beide vormen één verhaal.
Het is tijd voor staakt het vuren
En de weg vrij te maken naar de onderhandelingstafel,
om vrede in het vizier te krijgen
en niet de vijand.
Van de kerk mag verwacht worden
dat ze zich mét bondgenoten oefent
in geweldloze weerbaarheid.
Niet omdat ze doet aan hemelfietserij
maar omdat ze in de wereld getuige is van de Levende
en dus zijn allesomvattende vrede
boven nationale veiligheid laat gaan.
En als ze daarvoor voor Poetin vriendje wordt uitgemaakt
of beticht wordt voor heulen met de duivel die Hamas heet,
dan moet dat maar zo zijn.

Hoe je hier precies vorm aan geeft?
Dat weet ik ook niet.
Ik ben net zo geseculariseerd en geïndividualiseerd als u
en ik denk soms ook: ‘Het zal allemaal wel’.
Maar ik denk dat het begint met elkaar aankijken,
voorbij aan die zogenaamde zelfredzaamheid,
om elkaars breekbaarheid te zien,
het begin van een nieuw wij.
We tasten met twee linkerhanden in het duister
nu we net als Paulus van het paard geworpen zijn.
Maar nu we aan de grond zitten, weten we één ding zeker:
De Levende is daar ook.
Waar alle wegen dood schijnen te lopen,
daar roept Hij ons in zijn dienst.
Het oude is voorbij gegaan.
Het nieuwe is gekomen.

2 gedachten over “Preek van de Week – zondag 22 september ’24”

  1. Wat een preek!
    Alles is erbij.
    Woede en zachtmoedigheid.
    Wantrouwen en vertrouwen.
    Secularisatie en geloof in God en Jezus Christus.
    Onmacht en macht.
    Wanhoop en hoop.
    Oorlog en vrede.
    Streng en waarachtig, maar gelukkig ook hoopvol.

  2. Het gemak waarmee “we” de vrede van Christus parkeren?

    Nee, geen sprake van gemak, geen sprake van parkeren, en al helemaal geen sprake van “we”. Hoe komt u erbij?!? Als christenen worstelen we er allemaal mee.

    We weten niets van een oordeel van Jezus over de oorlogen van het Oude Testament: waren die volgens Jezus gerechtvaardigd? Waren die volgens Jezus fout? Dat weten we niet. Wat zou Jezus bijvoorbeeld hebben gezegd over de mensen die tegen de Holocaust vochten? Dat weten we ook niet. Daarom respecteer ik zowel pacifisten als vechters voor hun keuze.

    We weten ook niet wat Jezus zou hebben gezegd over de uitgesprokene intentie van de mohammedanen van Hamas, Hezbollah en Iran om ZIJN hele volk uit te roeien.*

    Wat ik wél weet is wat Jezus zegt over hoe IK moet handelen. Niet JIJ, en nooit WIJ, maar IK. Wanneer heeft Jezus het ooit over “WIJ” gehad? Misschien is Jezus wel de uitvinder van de individualisme: tegen de stroom in, ‘Geef aan de keizer wat de keizer toekomt en aan God wat God toekomt’.

    De PKN heeft (gelukkig!) geen paus, aartsbisschop of metropoliet die ons verteld wat WIJ (moeten) denken. We hebben al genoeg kerkleiders met hun eigen versies van Jezus in deze wereld. Daarom zijn we protestanten in plaats van katholieken/orthodoxen. Het gaat vaker mis dan goed, als ‘de kerk’ zegt voor welke partij we moeten kiezen.

    Niet iedereen hoeft met u eens te zijn, om een ‘echte’ christen te zijn. Misschien wel de grootste zegen die wij van God hebben ontvangen, is de vrije wil: de ultieme uitdrukking van individualisme.

    * tip: ds. Miskotte had daar wat zinvolle dingen over te zeggen, luister naar zijn preek, “Gods vijanden vergaan” https://nieuwekerkgroningen.nl/nieuws/gods-vijanden-vergaan/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.