Zomerdagje is de opvolger van Alledag. Miniatuurtjes om de lezer een hart onder de riem te steken in Corona tijd. Nu twee keer in de week: op dinsdag en op vrijdag.
4 september ’20
Ik zwaai met de sleutel. Het is mooi geweest. Tijd om naar huis te gaan. Die sleutel is een verhaal apart. Vanaf het moment dat ik die voor het eerst zag, was ik verkocht. Hij is niet te missen zo groot. Zwaar en uit gietijzer gemaakt. Het liefst zou ik hem aan mijn broek hangen. Om de blits mee te maken. Kijk hier: Mijn kerk en ik. Maar ja, het is niet alleen maar mijn kerk.
Ik zwaai nog eens met de sleutel. Een voor een nemen ze afscheid. Ik doe de lampen uit. ‘Ik sluit wel af!,’ roep ik geheel overbodig. Als je met zo’n sleutel rondloopt.. Ik laat de deur naar buiten nog even wijd open staan. Als het zo heet is als in augustus, zal niemand je vragen of je misschien in de kerk geboren bent. Zuinig op de warmte hoef je niet te zijn. Die is buiten én binnen.
Ik ga op een van de treden van de kansel zitten. Zo heb ik een goed zicht op buiten. Want de mensen zijn nu wel weg, maar dat wil niet zeggen dat alle leven uit de kerk weg is. Vleermuizen vliegen hun rondjes door de kerk. Ze huizen in de toren. Maar de minst slimme exemplaren dalen af naar de kerkruimte. En zie dan maar eens weer buiten te komen. Ik hang een tijdschrift over de automatische verlichting boven de binnendeur. Die is handig voor een mens die zo snel mogelijk naar buiten wil. Maar voor een vleermuis werkt dat niet zo.
Alles werkt precies andersom. Daar zit ik met mijn enorme sleutel. Blij met ieder mens die nog de moeite neemt om de kerk van binnen te zien. Op zoek naar geestelijk voedsel om er weer even tegen te kunnen. En ik als een soort Petrus die toegang verschaft naar dat prachtige stukje hemel dat de Nieuwe Kerk van binnen is. Nu bid ik of een vleermuis de weg naar buiten mag vinden. Geestelijk voedsel is aan die beesten niet besteed. Ze moeten insecten vangen onder een open hemel. Vier keer riep ik halleluja. Een keer te vaak, want een van de vleermuizen die de weg naar buiten vond kwam net zo vrolijk weer terug vliegen.
Ik heb daar nog even zitten wachten, maar het beestje had zijn keuze blijkbaar gemaakt. Ik snap het wel. Zo’n kerk blijft trekken. Ik draai de deur achter hem in het slot. Maar niet zonder nog even in de deuropening te staan om te genieten van het Nieuwe Kerkhof en de open hemel daarboven. Nog mooier dan de hemel binnen.
Evert Jan Veldman
foto: Sikkom
Dit Zomerdagje is als column geschreven voor Kop d’r Veur (september), het magazine van Hortusbuurt en Ebbingekwartier