Van a naar b gaat in mijn stad het snelst op de fiets. Het geeft me een kick om met een stevig tempo het centrum te doorkruisen. Dat vraagt stuurmanskunst en het vermogen snel te reageren. En passant test ik mijn conditie. Niet slecht voor een zestiger, stel ik tevreden vast. Hier en daar kijkt een toerist verschrikt op. Het tovert een glimlach op mijn gezicht, die zij niet ziet. Want ik ben alweer verder.
Ik ken iemand die meer tijd nodig heeft om vooruit te komen. Hij wandelt elke dag door de drukke straat, waar ik met regelmaat op mijn fiets doorheen slalom. Zo oefent hij zich in het voortbewegen na een herseninfarct. Hij kijkt niet alleen voor zich. Hij neemt de hele omgeving in zich op – de breedte van de straat, de hoogte van de panden, de bewegingen van mensen. Zo oefent hij zijn evenwicht. Soms wandel ik met hem mee. Dan zie ik de stad door zijn ogen. Ik zie de hoogteverschillen, de kleurschakeringen, de eigenaardigheden van mensen. En de meest geschikte plekjes om even stil te staan en uit te rusten. De stad is zo veel meer dan de fysieke ruimte, die jou helpt om van a naar b te komen. De stad is een samenspel, een levend organisme waarin alles met alles samenhangt. Als ik met hem wandel, weet ik dat het ónze stad is en niet míjn stad. Zijn traagheid heb ik nodig om de stad te leren kennen. Met hem kom je nog eens ergens.
De kerk waar ik voor werk is onderdeel van dat weefsel. Als reisdoel van a naar b functioneert deze kerk nog maar voor weinig mensen. Maar als onderdeel van het weefsel van de stad, voor steeds meer. De deuren mogen nog wel vaker open. Niet omdat het opnieuw ‘the place to be’ moet worden. Wel omdat er plekken nodig zijn waar even de vaart uit het leven gehaald wordt en waar je ervaart dat je deel uitmaakt van een groter geheel. Dat kan bij een kop koffie of bij het aansteken van een kaarsje; bij een inspirerend concert of een lezing die je wakker schudt. Ja, dat kan ook bij een kerkdienst. En dan kan ook bij een bankje zijn dat midden in de stad, precies op de goede plek is neergezet. Plekken, die een ode zijn aan de traagheid.
Geschreven voor ‘het Goede Leven’ (www.hetgoedeleven.nl)
EJV2020