Meneer Google is een nieuwsgierige bemoeial. Hij vraagt me met regelmaat hoe ik het gevonden heb in de Nieuwe Kerk. Nou, meneer Google, ook vanmorgen gebeurden er weer dingen die me bij blijven. Toen ik aankwam, zat er een jongeman op de stoep in de zon, met zo’n kolossale winkeltas naast zich. Vol. Hij bedankte voor de koffie, die ik hem aanbood. Hij vroeg of hij niet in de weg zat. Nee dus.
Hij zat er een uur later nog. Wat ga je doen? Stilte. Nee, nog steeds geen koffie. En toen toch een gesprek. Gisteren was hij vrij gekomen na zeven maanden detentie. Mee gekomen naar Groningen met een lotgenoot. Maar nu? Het denken komt op gang. Terug naar Utrecht maar. Daar was hij vóór zijn detentie. Uitkering aanvragen. Bankpas activeren. Onderdak vinden. Het zal zwartrijden worden. Maar zijn fiets dan? En waar is het station eigenlijk?
We gaan samen. Hij fietst achter me aan. Ik koop een enkeltje Utrecht en een kaartje voor de fiets. Ik pin twintig euro om het weekend door te komen. Bij de kerk was hij heel stil. Bij het station is hij weer stil. Maar dan anders. Hij kijkt me aan. Dan vraagt hij: ‘Mag ik een knuffel van je?’ Daar staan we op het stationsplein. Onze omhelzing duurt langer dan even. De wereld om ons heen draait gewoon door. Hij weet niet wie ik ben. Ik weet niet wie hij is. En God? ‘Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen,’ zegt de filosoof Wittgenstein. Zwijgen deden we. Onvergetelijk.
Meneer Google heeft me trouwens vergeten te vragen hoe ik het gevonden heb op het station. Gelukkig maar.
EJV2019
Wat een fantastisch gebeurtenis, werkelijk een wonder en wat zullen de beide”knuffelaars” allebeide op hun manier een fijn gevoel hebben gehad. Eigenlijk denk ik dat er 3 knuffelaars waren. De gulle gever die wat kon betekenen voor een minder bedeelde. De persoon uit de detentie voelt dat hij na de detentie mensen zijn die om hem geven. En ik denk dat God als derde knuffelaar hier bij aanwezig was die zijn knuffel voorzag van een zegen voor allebeiden.
En God …. omarmde jullie allebei.
God is er niet
hoezo hij is liefde
ben je blind of zo
kijk eens om je heen
blinde haat,
moordpartijen in zijn naam
pijn, eindeloos verdriet
molensteen om je nek
baan die je kwijtraakt
pesten op school of werk
roddel achter je rug
ruzie in je huis
afgunst
kanker in je lijf
ja die God, die doet ja niks
maar kijk eens om je heen
zomaar
die liefdevolle arm om je schouder
die liefdevolle kus op je lippen
die liefdevolle ogen die je volgen
die liefdevolle oren die je verhaal willen horen
dat liefdevolle bloemetje voor zomaar
zomaar
die liefdevolle bron
van genegenheid
van zorg
van geborgenheid
van troost
van bemoediging
dat is zomaar
God in je leven