Dit Lentedagje is een Koningsdagje. Mijn smartphone trakteert me op foto’s van drie jaar geleden, toe de koninklijke familie Groningen bezocht. Ik ben in de Martinikerk. Dezelfde zon als die van vandaag schijnt door de hoge ramen. Het licht breekt in alle kleuren van de regenboog. Verder is alles anders. Mensen mensen, wat een mensen! Ze hebben nog nooit van Covid-19 gehoord. Ik ben nog drie jaar jonger en Peter den Oudsten is nog burgemeester.
Ik loop met de hond en heb alle tijd van de wereld. Want ik hoef nergens op tijd te zijn. De vrijmarkt slaat opnieuw een jaartje over en de terrassen gaan pas morgen open. Wat heet, van twaalf tot zes. Dat ik alle tijd van de wereld heb, weet mijn hond al lang. Op het punt waar we doorgaans de weg naar huis weer inslaan, staat hij stil. Hij kijkt me aan en zegt: ‘Geef er nou maar aan toe.’ Resoluut draait hij zich om en geeft een ferme ruk aan de riem. Ik wil eigenlijk naar huis, naar de oranje tompouce. Maar ja, het is wel een terriër he? Het ziet er niet uit. Ik met de neus richting huis, hij met de neus de andere kant op. Ik ben sterker. Maar hij is eigenwijzer. En daarom wint hij.
De zon schijnt uitbundig. Een frisse wind waait om ons heen. Bloesem kleurt de bomen. Het leven is verukkeluk. Je moet oppassen dat je een terriër niet te vaak zijn zin laat doordrijven. Maar soms heeft hij gelijk. En als het om de toekomst gaat, is het maar de vraag hoe gezond het is als mensen hun zin doordrijven. De terriër zaagt de tak niet door waar hij zelf op zit. Dat kan de mens alleen. Vandaag zaag ik niet. Ik geniet ervan dat ik een stukje van de wereld ben, samen met de zon en de wind, de bloesem en mijn terriër
Lentedagje is de opvolger van Winterdagje. Miniatuurtjes om de lezer een hart onder de riem te steken in Corona tijd. Twee keer in de week: op dinsdag en op vrijdag. De schrijvers zijn Tirtsa Liefting, Matty Metzlar, Tim Smid, Evert Jan Veldman, Alexandra Matz, Erwin Landman, Marieke Laauwen, Arjen Zijderveld. Nieuw zijn Joanneke Smeenk en Wouke Mollema