Godsgeschenk

This content has been archived. It may no longer be relevant

(Deze tekst wordt gepubliceerd als column in het juli-nummer van Kop d’r Veur)

Het was natuurlijk een idioot idee: Op een van de meest ongezellige dagen van het jaar, midden in de lockdown, een Midzomerfeest aankondigen. Gelukkig wonen er meer gekke mensen in de buurt. Het moet wel met dat Nieuwe Kerkhof te maken te hebben. Toen het eindelijk zover was werd het idee alleen maar idioter. Het bleek het de enige zomerse dag in de week te zijn, die volledig in het water viel. ‘Alleen in het Noorden van het rijk biedt een kleine wijk dapper weerstand dankzij…’

Ja, dankzij wat? ‘De dominee heeft zeker een speciaal lijntje met boven’ grapte de een. En een ander vroeg: ‘Je hebt toch wel flink gebeden dat het droog mag blijven?’ riep een ander. ‘Nee, daar doet de dominee niet meer aan’ antwoordde ik. Voor alle duidelijkheid: ik bid veel. Ik bid voor Kalifa die in de bed-bad-brood regeling zit, dat hij mentaal gezond mag blijven en dat er toekomst zal zijn voor hem. Ik laat de gebedsbriefjes door mijn handen gaan die mensen achterlaten in het Stilteportaal van de kerk en ik bid voor de kleine kinderen die op het springkussen speelden, te midden van het groen en beschermd door de oude muren van de kerk. Ik bid dat ik mezelf niet mee laat slepen door de oorlogsretoriek en blijf geloven in wat Jezus zei en deed: ‘Heb je vijanden lief’ – een nog idioter idee dan denken aan een Midzomerfeest in januari.

Nee, we hadden geen toverdrank en een dominee is geen druïde. En toch gebeurde er die avond iets dat ik niet snel zal vergeten. Iets dat je niet kunt organiseren. Er was samen. Het was meer dan de optelsom van een mooi aantal buurtbewoners die een leuk avondje hadden. Er liep iemand voorbij bij wie ik niet eerder deze ontspannen blik op haar gezicht had gezien. Een godsgeschenk. (Moet ik dat nou met een kleine letter schrijven of met een hoofdletter?) Met magie had het feest niets te maken. Maar wel met de beleving van samen, die de hele boel uittilde boven de grote dingen waar we ons collectief zorgen over maken en boven de eis om zelfredzaam te zijn.

Ik beleef de Nieuwe Kerk en het Nieuwe Kerkhof als een godsgeschenk. Er zijn plekken die samen brengen en samen laten ontstaan.  Je zet een paar tafels neer in het gras. Je hebt de mazzel dat de buien uitblijven tot we afscheid nemen. De zon speelt door de oude beuk. Die combinatie is meer dan het halve werk.

Ik hoop dat de Nieuwe Kerk en het Nieuwe Kerkhof plekken blijven van verzet tegen de gedachte dat iedereen zichzelf maar moet zien te redden. Ook een plek van hoop dat we zullen leren om samen te leven met de bomen, de dieren en met elkaar. Liefde en hoop, ik heb ze beide gezien op de gezichten toen we ik de kerk rondkeek en we luisterden naar Arjan van der Linden op gitaar en Mannes Hofsink op het orgel. Onvergetelijk was het. Een Godsgeschenk.

Evert Jan Veldman 

EJV2022

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.