Voor elke dag, zo lang het Coronavirus het leven ontregelt, een hart onder de riem gestoken door Tirtsa Liefting, Matty Metzlar, Tim Smid en Evert Jan Veldman.
1 juni ’20
‘Ik loop nog in mijn onderbroek,’ zegt hij als ik hem bel met beeld erbij. We kijken elkaar aan. Het blijft een wondertje. Tien jaar eerder zou het virus ons dieper in het isolement hebben geduwd. Tegelijkertijd mis je met beeld erbij nog de warme hand of de omhelzing. Ik feliciteer hem. Hij is jarig. Ik zie de diepe zucht. ‘Ik heb het helemaal gehad met afstand houden en met een kerk waar je niet naar toe kunt!’ Ik knik en kan even geen bemoedigend woord vinden. Dat ik het zie en hoor is misschien al heel wat.
‘Pinksteren is het feest van inspiratie,’ lees ik op de website van de Protestantse Kerk. En ja, wat zou je anders kunnen doen dan dat beamen? Alleen, als dat het waaien van de Geest is, wie zorgt er dan voor dat je niet wordt weg geblazen? Het moet gehoord worden: ‘Ik heb het helemaal gehad!’ Op dezelfde dag zei iemand anders: ‘Het moet me nog even van het hart dat ik me behoorlijk machteloos voel. Alles wordt zo ingewikkeld. De moed zakt mij ervan in de schoenen.’ Altijd is ze bereid om de handschoen op te pakken en de kerk open te breken naar buiten. ‘Pinksteren is het feest van de verandering, van geestdrift en enthousiasme,’ lees ik. Maar is er ook ruimte voor de diepe zucht en voor de moed die in de schoenen zakt? ‘De Geest helpt ons in onze zwakheid,’ zegt Paulus, ‘Wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten.’ De Pinksterstorm, het waaien van de Geest, begint bij ons zuchten. In dat zuchten ademt God. Niet in de overdrive van ons enthousiasme. Dat zuchten delen we met scholieren die het zat zijn om thuis te zitten, met theatermensen en musici die niet weten waar ze met hun creativiteit naar toe moeten, met ondernemers die aan hun eindje zijn. ‘Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer,’ zegt Paulus. Die overtuiging komt niet uit zijn tenen. Ze zit dicht op de diepe zucht en onze machteloosheid.
Pieter Buijsman dicht:
Dat we ontwaken uit onze slaapstand
dromen over ons heenkomen
geraakt worden door de geest
aangeraakt worden door een strelende hand
dat ik weer een lichaam krijg
een hart om te voelen
Laten we nu naar buiten gaan
en ons blootstellen,
Bidden met handen en voeten
de hemel naar beneden halen
Evert Jan Veldman
De laatste regels van het gedicht van Pieter Buijsman:
” Laten wij nu naar buiten gaan…..
……
Bidden met handen en voeten,
de hemel naar beneden halen.”
Lijkt onbekommerd en vol vertrouwen.
Past helemaal bij jou als predikant, Evert Jan.