4 juli 2020
4
Verheugt u in de Heer, altijd;
nog eens zal ik zeggen: verheugt u!
5
Laat uw vriendelijkheid bekend worden
aan alle mensen.
De Heer is nabij.
6
Weest over niets bezorgd,-
nee, laten
in alles, in aanbidding en smeking
met dankzegging,
uw vragen bekend worden
bij God.
7
En de vrede van God,
die alle denken te boven gaat,
zal uw harten en uw gedachten
bewaren in Christus Jezus.
~ Filippenzen 4: 4-7 (Naardense Bijbel)
Als kind en tiener hield ik een tijdje een bid- en danklijstje bij. In een boekje schreef ik dan waar ik voor bad of God bij om hulp vroeg, om vervolgens een tijdje later weer terug te kijken naar dat lijstje. Als herinnering of bewustwording van dat wat er was gebeurt of goed gekomen en waar ik terugkijkend voor kon danken.
Nu is zo’n lijstje misschien niet altijd de beste manier, omdat het onderscheid tussen verhoorde of onverhoorde gebeden niet altijd makkelijk te maken is en het denk ik ook niet altijd de juiste of enige manier is om naar gebed te kijken. En toch… lijstjes met dankpunten kunnen soms wel helpen om niet te vergeten, om onszelf te wijzen op wat God doet en oog te krijgen voor dat wat we ontvangen.
Als een soort oefening in dankbaarheid, waarbij we vertragen en de tijd nemen om ons te verwonderen. Ann Voskamp schrijft ergens dat het opschrijven van de dingen waar we dankbaar voor zijn – die ons lief zijn – ten diepste een uitdaging is om alle manieren te benoemen waarop God ons lief heeft.
Terugkijken naar wat God eerder gedaan heeft kan ons op die manier ook helpen om te ontdekken en te onderscheiden waar God hier en nu aan het werk is. Juist wanneer het soms lijkt alsof we daar maar weinig van zien en voelen. Vanuit de dankbaarheid en de verwondering vinden we de moed en de hoop om ten volle te leven in het nu, in de overtuiging dat het beste nog moet komen.