Voor elke dag, zo lang het Coronavirus het leven ontregelt, een hart onder de riem gestoken door Tirtsa Liefting, Matty Metzlar, Tim Smid en Evert Jan Veldman.
9 juni ’20
Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. Niemand heeft ooit God gezien. Maar als wij elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden. – 1 Johannes 4: 11-12
Een overbekende tekst, maar die helaas juist daardoor misschien soms ook iets van haar impact dreigt te verliezen. God heeft ons lief, we horen het in de kerk, we lezen het in de Bijbel en vertellen het aan onze kinderen. En ja, natuurlijk beseffen we dat we geroepen zijn ook elkaar lief te hebben… Maar ik denk dat Eugene H. Peterson terecht stelt, in een korte inleiding die hij geeft op 1 Johannes, dat God en liefde twee van de moeilijkste dingen zijn om recht te doen in ons leven. Hij zegt: “Als we op de juiste manier met God willen omgaan, moeten we leren om op de juiste manier lief te hebben. En als we op de juiste manier willen lief hebben dan zullen we op de juiste manier met God moeten om gaan. God en liefde kunnen niet van elkaar worden gescheiden.”
Voor mij werd de werkelijkheid hiervan indrukwekkend zichtbaar tijdens mijn master onderzoek in Maleisië naar de ervaringen van christenen daar in interreligieuze ontmoetingen en gesprekken. Te midden van een complexe context waar interreligieuze/culturele ontmoetingen vaak uitdagend en gevoel zijn, gaven verschillende van de geïnterviewde aan dat het precies de ervaring van Gods liefde is die hen laat uitreiken naar de ander en doet liefhebben.
Zomaar twee prachtige uitspraken die dat illustreren: ‘Wanneer we zeggen dat God liefde is, of wanneer we mensen proberen te vertellen dat God liefde is, dan kunnen we ze beter helpen daar iets van te ervaren’. En… ‘Wanneer je denkt dat God liefde is, dan moet je die liefde uitleven. Als we echt doordrongen raken van de openbaring dat God goed is, dan kan ik mijn hele leven aan hem geven’.
Tegelijk gaven ze aan dat dit contact en die relatie met de ander ook hen heeft verrijkt en hun beeld van God heeft vergroot en verdiept: ‘Ik heb ervaren dat mijn relatie met God echt is opgebloeid en gegroeid, omdat ik nu niet meer slechts vorm geef aan mijn geloof in mijn eigen bubbel en comfortzone’.
Vanuit de verwondering over Gods liefde gaan we lief hebben, zijn grenzeloze liefde spoort aan tot liefde zonder voorbehoudt. En tegelijk, wordt in de relatie en liefde tussen mensen God – die liefde is – telkens opnieuw zichtbaar; daar is Hij aanwezig. Laten we daarom niet praten over liefde, maar liefde in de praktijk brengen. Want dat is de enige manier waarop we zullen weten dat we echt leven, leven in de realiteit van God.
Liefdevolle God, dank dat uw liefde geen grenzen kent. Help ons ook zo lief te hebben over grenzen van ras, cultuur, religie, gender en seksualiteit heen. En geef ons de energie om in deze tijd daarvoor creatieve manieren te vinden nu ons nog wordt gevraagd fysiek afstand te houden. Heer, ontferm u over ons en uw wereld. Amen.