Geliefden in Christus,
Vandaag is alweer de vierde zondag in een reeks zomerdiensten waarin we ons laten inspireren door een preek of een tekst, van een bekende, dan wel minder bekende, theoloog. Vandaag waarschijnlijk een naam die voor veel van jullie minder bekend is. Zoals dat in het algemeen helaas wel vaker het geval is bij vrouwelijke of niet-westerse theologen (en die combinatie al helemaal). Terwijl daar toch veel theologische rijkdom te vinden is. En daarom vandaag Ruth Padilla-De Borst, een Latijns-Amerikaanse theologe, missiologe, docent en verhalenverteller, die zich in haar spreken, schrijven en lesgeven veel bezig houdt met wat is begonnen als ‘Misión Integrale’ en wereldwijd bekent is geraakt als ‘Integral Mission’; geloof en zending die te maken heeft met alle aspecten van het leven.
Het begrip werd in de jaren 70 door onder meer haar vader geïntroduceerd en vormde deels een reactie op de theologie die door Amerikaanse en Europese zendelingen naar Latijns-Amerika was gebracht en die toch sterk Westers gekleurd was. Het was een gelimiteerde culturele uiting van het Christendom geworden; verweven met Westerse waarde en overeenstemmend met de status quo. Een theologie waarin de mondelinge verkondiging van het evangelie vaak kunstmatig werd gescheiden van de praktische uitwerking van het evangelie door sociale gerechtigheid.Met Misión Integral werd gezocht naar een lokale theologie geworteld in de Latijns-Amerikaanse geschiedenis en context. En naar een getuigenis die terugkeerde naar de Bijbelse kernboodschap dat geloof zonder werken dood is en dat ware religie het liefhebben van wezen en weduwen en armen in nood is. En precies die thematiek, dat het evangelie (het Goede nieuws) alles te maken heeft met het concrete leven, vinden we ook terug in het werk van Ruth Padilla-DeBorst.
Zo ook in de preek van vandaag, met de titel ‘Wat zou moeten zijn’ en waarin ze begint die levendige hervertelling van Lukas 4 die we zojuist hoorde. Ik weet niet hoe dat voor u was, maar ik kreeg even het gevoel dat ik erbij was, daar in Nazareth. Verwachtingsvol net als de rest van de aanwezigen.Een ervaring die ook niet al te moeilijk is om ter vertalen naar vandaag. Ik zal vast niet de enige zijn die op zondag vaak naar de kerk komt om geïnspireerd en bemoedigd te worden of om tot rust te komen en hoopvol de week in te kunnen gaan. Zo ook de mensen hier in Nazareth. En de tekst die Jezus hier uit kiest, was dus ook bij uitstek een tekst vol van hoop en bemoediging. Een beetje zoals Psalm 23 of Johannes 3:16 dat voor ons kunnen zijn. Maar dan maakt Jezus een onverwachte draai… Vanuit die bemoedigende tekst klinkt opeens een kritische vraag, een uitdaging. Ze hadden de bemoedigende woorden op henzelf betrokken, maar wat als die nou ook gold voor hun vijanden, voor de vreemdelingen, de ander… Ze dachten dat ze aan de goede kant zaten, maar opeens was dat nog maar de vraag. En dat gaf onrust, ja weerstand zelfs…
Is dat ook niet herkenbaar? Hopen we eigenlijk niet allemaal dat we aan de goede kant zitten of het goede doen? Misschien komen we ook wel heel bewust naar de kerk om daarin te groeien of in te worden bevestigd. Maar wat als we daar dan opeens op worden bevraagd? Wat als dat goed en fout wat we helder dachten te hebben, minder helder blijkt te zijn? Of wiebelig wordt? Wat als die teksten die in onze beleving altijd al wel kritische vragen stelde bij het leven of de keuzes van anderen, opeens dat soort kritische vragen aan ons stellen? Durven we dat te horen? Laat staan toe te laten? Of worden we dan ook onrustig? Gaan we in de weerstand?
Ja, de lezing van vanochtend stelt aan ons de vraag wat bij ons dat ongemak of die weerstand oproept in de boodschap van Jezus. En dat is nog niet gemakkelijk te zeggen. Het is vaak makkelijk om dat voor een ander vast te stellen. En toch, toen we het er afgelopen maandag met een groepje, in voorbereiding op deze dienst, over hadden, kwamen er toch dingen omhoog. Bijvoorbeeld die radicale inclusie of openheid naar de ander waar Jezus toe oproept. Zeker als die ander nogal anders is dan wij, ver van ons af staat of misschien zelfs weerstand oproept. We hadden het over het ongemak wat je soms kunt voelen als iemand op straat om geld vraagt, of de oordelen of vooroordelen die we daarbij hebben. Maar ook Jezus’ oproep tot vergeving of verzoening. Want wat nou als die ander maar weinig berouw of zelfinzicht lijkt te tonen. Of zijn voorbeeld in geweldsloosheid. Theoretisch kunnen we dat wel beamen, maar wat als iemand aan een geliefde komt? En dan zijn scherpe uitspraken rondom geld, dat hoeven we toch niet al te letterlijk te nemen?
En toch gaat Jezus ons precies op die weg voor. Hij doorbreekt comfortabele grenzen, reikte met zijn verzoenende liefde uit naar buitenstaanders, verstotenen en vreemdelingen en gaf zichzelf volledig. Ruth Padilla-DeBorst verwoord het als volgt: “Hoewel zijn bediening zich beperkte tot een klein geografisch gebied, begreep Jezus dat Hij verder werd gezonden. Voorbij woorden alleen, naar concrete daden, ten gunste van de meest achtergestelde mensen, waaronder vrouwen en verachte vreemdelingen. Voorbij wraak naar vergeving, zelfs naar liefde voor zijn vijanden, biddend voor hen die Hem vermoordden. Voorbij barmhartigheid naar gerechtigheid, niet alleen pleisters plakken om lelijke wonden te bedekken, maar de wortels van die wonden aanspreken. Voorbij de nauwe grenzen van zijn etnische, culturele en sociale kring, de wijdere wereld in. Voorbij comfort en veiligheid, naar een pijnlijke menswording tot een beschamende dood aan toe. Om zo mannen en vrouwen te verzoenen met de Schepper, met elkaar en met de rest van de schepping. Omdat hij wist dat hij verder werd gestuurd, als gezant van Gods genadige heerschappij die alle bekrompen menselijke grenzen, uitsluitingen en vooroordelen overstijgt, worden ook wij verder gestuurd als vertegenwoordigers van Gods onwaarschijnlijke verzoening”.
Op weg gestuurd, achter hem aan, hoe ziet dat ervoor ons uit? Die vraag klinkt vanochtend.Wat zou het voor jou kunnen betekenen om verder te gaan dan alleen woorden en concrete actie te ondernemen in jouw buurt? Hoe zou het er voor ons uit kunnen zien om Gods ongehoorde liefde voor alle mensen te belichamen, inclusief vreemden en vreemdelingen? Wat zou het kunnen betekenen om voorbij barmhartigheid naar gerechtigheid te gaan; ja, van liefdadigheid naar een eerlijke blik op het onrecht in deze wereld en hoe wij daar misschien ook debet aan zijn. Wat zou het kunnen betekenen om voorbij de grenzen van onze eigen etnische, culturele, religieuze of sociale bubbel te gaan? En hoe zou het eruit zien om voorbij comfort en veiligheid, net als Jezus, werkelijk bij de ander aanwezig te zijn in zijn of haar pijn, lijden of verdriet?
Het zijn geen gemakkelijke vragen. De wereld is ergens ook een stuk complexer geworden dan vroeger en wat we doen voelt soms maar als een druppel op de gloeiende plaat. We kunnen ook niet alles dragen, niet iedereen redden. En niet overal ligt ons talent. Een grens overstappen of een vreemde benaderen, de een doet het makkelijker dan de ander. Terwijl die ander misschien wel worstelt om de rust te vinden om geduldig te luisteren. We hoeven onszelf geen onrealistische verwachtingen op te leggen. We mogen aansluiten bij waar onze gaven liggen, zonder dat we tegelijk te gemakkelijk het gebrek daaraan als excuus gebruiken. Want we worden wel uitgedaagd en mogen onszelf uitdagen. Maar dat mogen we doen vanuit hoop en vertrouwen en in het geloof dat God ons daarin draagt, met ons meegaat en ons daarin voorgaat.
Padilla, eindigt als volgt: “Zie je, de leugen die we geacht worden te leven, in de huidige geglobaliseerde consumptiemaatschappij, en die gestaag de hele schepping consumeert, inclusief onze verbeelding. Is dat de dingen zoals ze zijn, de huidige realiteit, de status quo, alles is wat we kunnen verwachten. Wat is is en dat is het einde van het verhaal. Het goede nieuws van de schepping, het goede nieuws van Jezus’ verontrustende inclusie is dat dit niet zo is. Wat we zien is niet het einde van het verhaal. Er wordt een ander verhaal verteld. Het wordt al verteld sinds het begin”.
In dat verhaal mogen wij instappen. Dat is misschien wel extra bijzonder op deze ochtend, waar we samen de doop van Imme mogen vieren. In het doopgesprek hadden we het er nog over, dat het niet perse makkelijk is om in deze wereld hoopvol een kind groot te brengen en op te voeden. Misschien zelfs om dat aan te durven. Er gebeurt zoveel wat moedeloos zou kunnen maken of wat zorgen geeft over de toekomst. Als we kijken naar het klimaat of de wereldpolitiek. Maar juist dan krijgen wij, krijgen jullie, hier als het ware een soort hart onder de riem. Dat is niet het einde van het verhaal. Er wordt een ander verhaal verteld, een verhaal van een andere wereld die met Jezus is binnen gebroken. Een hoopvol verhaal, vol van bevrijding, genade en genezing. Ja hier klinkt goed nieuws, van een wereld waarin onrecht, pijn of hopeloosheid niet het laatste woord hebben.
Eigenlijk getuigt de doop ook van dat goede nieuws. Het is een krachtig teken dat laat zien dat het leven uiteindelijk sterker is dan de dood en de hoop sterker dan de angst. Van die hoop mogen jullie als ouders en wij als gemeente om jullie heen iets uitleven en voorleven naar Imme toe, ja de verbeelding prikkelen. En tegelijk mag je je ook met hem en door hem laten verwonderen door het leven, door God. Om zo samen toe te leven naar Gods toekomst van recht en vrede.
Ik sluit af met de laatste woorden van Padilla-DeBorst: “een andere wereld is mogelijk omdat Gods heerschappij al is doorgebroken in de geschiedenis en in elke ruimte van de schepping. Dat is goed nieuws. Goed nieuws dat invloed heeft op elke dimensie van ons persoonlijke en sociale leven. We hoeven niet gebonden te zijn aan wat is. We zijn vrij om te leven naar wat zou moeten zijn”.
Amen