Dat Koninkrijk van U…

This content has been archived. It may no longer be relevant

Een vriend deelt soms met mij zijn nachtelijke dromen: ‘Vannacht waren we op reis met een groep ouderen uit jouw kerkgemeenschap. Jij had veel plannen voorbereid. We waren in grote kerken. Maar we eindigden in een soort afgesloten ondergrondse zaal. Daar waren ook anderen. Het was een soort atoomschuilkelder. Er werd geschoten.’

‘Zo eindigen we met Gods Koninkrijk,’ antwoordde ik gekscherend. Zo lang het om een droom gaat, mag je zoiets zeggen. Maar er zit ook een kern van waarheid in, die gek genoeg licht aanvoelt. Er is een tijd geweest dat ik me vertilde aan Gods Koninkrijk, of wat daar voor door moest gaan. Nu denk ik steeds vaker dat we Gods pais en vree mogen vinden in het delen van elkaars angsten. En niet weg lopen voor de onvolkomenheden van het leven en voor de brokken die we maken. Daar hoort verdriet bij. En liefde. Alles voor de liefde! De antwoorden mogen me gestolen worden. Niet de vragen maken het zwaar. Maar de antwoorden.

‘Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?,’ vraagt Gerard Reve in het gedicht ‘Graf te Blauwhuis’. Ik kan het niet helpen. Het voelt licht. Het is de tederheid van de dichter voor zijn buurvrouw en voor die lieve jongen die er niet meer is.

Graf te Blauwhuis
voor buurvrouw H. te G.

Hij rende weg, maar ontkwam niet,
en werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud.
Een strijdbaar opschrift roept van alles,
maar uit een bruin geëmailleerd portret
kijkt een bedrukt en stil gezicht.
Een kind nog. Dag lieve jongen.

Gij, die koning zijt, dit en dat, wat niet al,
ja ja, kom er eens om,

Gij weet waarom het is, ik niet.
Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?


Gerard Reve (1923-2006)
Uit: Nader tot u

EJV2019

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.