Bij Ruth 1
Vandaag maken we een begin in een serie over het boek Ruth. Voor veel van ons is de eerst associatie daarbij misschien wel die van een idyllisch en romantisch verhaal; over een meisje en haar schoonmoeder, een onverwachte liefde en een happy end. Maar het gaat over heel wat meer en er staat nogal wat op het spel in dit verhaal. Het verhaal van Ruth en Naomi speelt zich af in de spanningsboog tussen de Rechters en het koningschap van David. Zodoende klinken in het verhaal de ervaringen mee van tegenslag, moeite en verlies, maar ook van trouw en hoop. Hier op dit belangrijke punt in de geschiedenis van Israël verplaats onze blik zich van alle grote ontwikkelingen en machtsverhoudingen, naar een persoonlijk niveau. Te midden van al die verhalen over Rechters en koningen – verhalen gedomineerd door mannen – horen we hier het verhaal van twee vrouwen: Ruth en Naomi, die getekend en gevormd zijn door deze geschiedenis en achtergrond.
Onze kennismaking met deze twee vrouwen is direct, eerlijk en rauw. We zijn nog geen vijf verzen ver in het verhaal en we worden al geconfronteerd met de dood van Elimelech, Machlon en Kiljon. Naomi’s man en zonen en de mannen van Orpa en Ruth. Onomwonden wordt hun ongeluk en verlies beschreven. Het verhaal begint zo dat je zelfs met al je kracht en creativiteit geen goede afloop meer kunt bedenken. Want in hun huidige positie waren deze vrouwen in die tijd ontzettend kwetsbaar. Als weduwen in een patriarchale samenleving lopen zij risico’s. Ze hebben namelijk geen sociale positie, niemand die voor hen voorziet en weinig legale bescherming. Het is dan ook logisch dat Naomi haar schoondochters aanmoedigt om terug te keren naar hun families in Moab, om zo veiligheid te kunnen vinden in het huis van een nieuwe man. Voor haar is alles verloren, maar Ruth en Orpa hebben als het ware nog een escapeplan…
Omdat veel van ons het verhaal al zo goed kennen verbaasd het ons misschien niet meer dat Ruth ervoor kiest om bij Naomi te blijven, maar de keuze of beweging die zij maakt is alles behalve logisch. Hoe bejubelt ook in de geschiedenis, vanuit rationeel oogpunt was haar keuze op dat moment vooral dwaas te noemen. Ze kiest voor de weg met de meeste onzekerheid, de meeste kans op meer ongeluk, falen en armoede. Ze kiest ervoor om met Naomi mee te gaan op een weg die vooral een dood spoor lijkt. Wat motiveert haar?
In onze samenleving waar we voortdurend oordelen en worden geoordeeld, zijn er duizenden manieren waarop we kunnen falen of de verkeerde keuzes kunnen maken. En ik denk dat ik vast niet de enige ben voor wie dat gevoel van falen of mislukking iets is wat beangstigend kan zijn en iets was we misschien uit alle macht proberen te voorkomen. Iemand schreef dat we die mislukking en dat falen bijna op dezelfde manieren beginnen te vrezen als hoe we de dood vrezen. Mislukking of falen wordt zo soms zelfs een soort equivalent van de dood en ons aardse succes een zoektocht naar onsterfelijkheid.
Maar voor Ruth geldt dat niet. Oog in oog met armoede, mislukking, mogelijke dood en een pad wat weinig goeds of succes belooft, laat ze zien dat er voor haar iets is dat meer betekenis heeft dan succes, zelfbehoud of overleven. En dat iets is loyaliteit en liefde. We horen haar zeggen: “Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Alleen de dood zal mij van u scheiden, en anders mag de HEER met mij doen wat Hij wil! Ruth verbindt zich aan Naomi ondanks de omstandigheden en daarin laat ze ons iets van God zelf zien. En Ruth kijkt ook verder. Ze heeft haar ogen gericht op de horizon, naar een toekomst die groter is dan haar directe lijden. Een hoop op een weg die verder gaat dan dat zij op dit moment kan zien.
Hoop hebben in deze tijd, dat zou je misschien inderdaad wel dwaasheid kunnen noemen. En je eigen zekerheid en voordeel niet altijd voorop laten staan, maar die soms opzij zetten – met alle onzekerheid van dien – om je te verbinden aan een ander, ook dat is rationeel gezien vaak dwaas. En toch is dat de weg die Ruth vandaag gaat en waar ze ons in voor gaat. Ze moedigt ons aan om diezelfde beweging te maken. Om ons te verbinden aan elkaar, om te blijven hopen en om in alle dwaasheid telkens weer te kiezen voor trouw en liefde, zelfs wanneer dat ons succes of onze zekerheid in de waagschaal zet.
Maar Ruth is niet alleen in dit verhaal. Hoewel het boek Ruth heet, zou je het eigenlijk het verhaal van Naomi kunnen noemen. Want in het eerste en het laatste hoofdstuk is haar gezichtspunt prominent. En hoewel hoofdstuk 2 en 3 vertellen over de handelingen van Ruth begint en eindigt ieder hoofdstuk met Naomi. Naomi is ook vaker aan het woord dan Ruth en ze spreekt meer over God dan ieder ander in het verhaal.
Naomi, misschien dus wel als hoofdpersoon in het boek, verwoord een andere ervaring, een ander verhaal. Een verhaal waar wij ook maar al te bekend mee kunnen zijn. Naomi’s verhaal wordt ontsierd door angst, ontheemding, worsteling en rouw. Tegen haar schoondochters zegt ze: “Mijn lot is te bitter voor jullie; de HEER heeft zich tegen mij gekeerd”. En tegen de mensen in Bethlehem: “Noem me niet Naomi, maar Mara (wat bitter betekent), want de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt. Hij heeft mij met lege handen laten terugkomen”.
Als we het boek Ruth ook willen lezen als Naomi’s verhaal, dan betekent dit dus dat we worden gevraagd in haar rouw en verdriet vertoeven, haar boosheid en frustratie te accepteren en het met haar (en Ruth) vol te houden op die weg naar Bethlehem. Het boek Ruth ook als Naomi’s verhaal lezen, is als het lezen van een verhaal van genade wat tegelijk ruimte houdt voor rouw, verdriet en twijfel, zonder veroordeling en zonder het te willen oplossen.
Want wanneer wij rouw, verdriet of woede zien – soms zeker wanneer die woede gericht is aan God – dan kan dat een soort ongemak geven, wat maakt dat we het snel willen afdoen met een ‘het wordt wel weer beter’ of ‘het komt wel goed’. We proberen de heftige emoties van woede, verdriet of rouw te smoren of te onderdrukken. Bij anderen, maar misschien ook wel bij onszelf. Omdat we er geen raad mee weten of omdat we het gevoel hebben dat het er niet of niet meer zou moeten zijn. Maar Naomi’s verhaal smoort die emoties en gevoelens niet, het accepteert de rouw, de woede en de klacht.
In Naomi’s verhaal blijven die gevoelens bestaan, ook wanneer het verhaal zelf vooruit beweegt. Het boek vordert, maar Naomi’s perspectief verandert niet. Dat haar rouw en verdriet en frustratie niet zomaar verdwijnen blijkt uit haar stilte onderweg en haar klacht bij de vrouwen in Bethlehem (ook na Ruths belofte). En haar stilte aan het eind van het boek is misschien nog wel het meest veelzeggend. In de Bijbel vinden we nogal wat verhalen van worsteling, verlies en verlossing. Vaak eindigen deze verhalen ermee dat de hoofdpersoon tot inkeer komt voor zijn twijfel, dank zegt en God prijst. Maar aan het eind van dit verhaal blijft Naomi stil. Naomi’s verhaal is een verhaal wat mensen ontmoet daar waar ze zijn – te midden van verdriet en vreugde.
Er is nogal wat onzekerheid, rouw, verdriet, onrecht, woede en frustratie in onze wereld van vandaag en misschien ook wel in ons persoonlijk leven. Dan delen we misschien met Naomi die ervaring dat dat verlies en die rouw al het andere kan overschaduwen; dat het vrijwel onmogelijk valt om nog te hopen, te dromen, of te vertrouwen. En dat we niet meer weten wat we nog met God moeten en of hij nog wel te vertrouwen is. Naomi’s verhaal laat ruimte voor die ervaringen. De zegeningen aan het eind van het verhaal doen het eerder ervaren verdriet niet te niet.
En zo vinden we in de verhalen van Ruth en Naomi samen hoop én troost. Het goede nieuws in het boek Ruth is dat zegen nog steeds kan komen, zelfs wanneer dat onmogelijk lijkt – op die momenten dat we ons midden in het verdriet bevinden of in woede of frustratie. Ruth’s verhaal verteld ons van hoop en zegen die te vinden zijn in verbinding, relatie, trouw en liefde, zelfs wanneer de omstandigheden nog de andere kant op wijzen. En daarin laat Ruth ons iets zien van God die precies datzelfde doet. Die zich aan ons verbindt en met ons is in ons verdriet en in onze verwarring. Maar Naomi’s verhaal vertelt dat wanneer we er nog niet klaar voor zijn om die zegeningen te erkennen of wanneer we nog worstelen met God, dat dat oké is en er ook mag zijn.
Op die momenten in ons leven waarop het voelt alsof we zijn dood gelopen, we alleen maar terug kunnen naar start om opnieuw te beginnen en zoeken naar kracht of perspectief dan mogen we een bemoediging en aansporing vinden in het verhaal van Ruth. Een verwachting van nieuwe zegening en een hoop dat dit niet het einde hoeft te zijn. Maar op die momenten dat het nog niet lukt om zegen te zien of te erkennen en we nog worstelen met woede, angst of verdriet dan mogen we troost vinden in Naomi’s verhaal. Het verhaal wat er ook is én mag zijn.
Ruth en Naomi houden onze ambigue ervaringen in het leven bij elkaar. Uitdagend en troostend tegelijk.
Amen.