Preek van de Hemelvaartsdag

2 Koningen 2: 1 – 15
Handelingen 1: 1 – 11

Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. (Handelingen 1: 10)

Tien tegen één dat u bij die twee aan engelen denkt.
Want engelen zijn bij uitstek geschikt
als verbindingsofficieren tussen hemel en aarde.
Ook als we niet helemaal goed raad weten
met de Hemelvaart van Jezus
en wat we ons daarbij voor moet stellen,
dan helpt het ons dat er engelen in het spel zijn.
Engelen verwijzen naar een werkelijkheid
die ons boven de pet gaat.
Dus mag het vaag blijven, toch?
Ach, er mag zo veel.
Alleen: Hemelvaart is niet vaag.
Engelen trouwens ook niet.
Het zijn letterlijk boodschappers van God.
Zijn boodschap is niet vaag.
Soms is die als een schop tegen de schenen.
Dan weer als een hand die je vastgrijpt
en je op je benen zet.
Maar altijd komt die boodschap tot je
waar jij je geen raad weet
en dat meestal zo goed mogelijk
probeert te verbergen.

Lucas heeft het trouwens niet over twee engelen.
Hij spreekt van twee mannen.
Dat doet hij niet voor het eerst.
Ook lastig, want waarom geen man en een vrouw?
Waarom niet gewoon twee mensen?
Op de Paasmorgen verschenen ook al twee mannen ten tonele.
Weet u het nog?
“Waarom zoekt u de levende onder de doden?” (Lucas 24: 6)
En bij zijn verhaal van de verheerlijking van Jezus op de berg
is het al niet anders.
Lucas vertelt dat twee mannen met Jezus spraken:
“het waren Mozes en Elia,
die in hemelse luister verschenen waren.” (Lucas 9: 30 – 31)

Telkens als bij Lucas die twee mannen verschijnen,
worden de leerlingen uit het bijzondere gebeuren
terug verwezen naar het alledaagse leven
met zijn haken en ogen
en zijn onvergetelijke momenten van aards geluk.
Ze worden niet in een wolk van vaagheid getrokken.
Nee, het alledaagse licht op.
Van de religieuze topervaring op de berg
moesten ze weer afdalen naar de laagvlakte,
waar het leven schuurt.
Van het open graf in het vroege morgenlicht
dat een hemelse luister verraadt,
moesten de vrouwen terug naar de andere leerlingen
die hen betichtten van kletspraat.
En vandaag is het niet anders:
de leerlingen dalen af van de olijfberg
en keren terug naar Jeruzalem.

Zou Lucas met die twee mannen
niet in alle gevallen Mozes en Elia bedoelen?
De twee, die staan voor de Thora en de Profeten
– voor wat wij zijn gaan noemen: het Oude Testament?
De twee van wie Israël belijdt dat hun graf nooit is gevonden.
Ze zijn niet van voorbij.
Ze spreken tot op vandaag een pittig woordje mee,
ook in de kerk.
We hoorden Elisa roepen bij de hemelvaart van Elia:
“Vader, vader! Strijdwagen en ruiterij van Israël!” (2 Kon. 2: 12).
Wat de vader van de profetie
met het wapentuig van toen te maken heeft,
is ons niet direct helder.
Dat gaat ook moeilijk in een wereld
waar de grootst denkbare hoeveelheid wapens
in één land gepompt worden,
om een oorlog te faciliteren waar geen eind aan lijkt te komen.
Een wereld, waarin geloof voor ons juist iets is
om aan die realiteit te kunnen ontsnappen.
Het zijn twee dingen.

Maar niet voor wie leeft met de Thora en de Profeten.
Want die weet dat je de nieuwe wereld
waarop gerechtigheid woont
niet wint met de overmacht van wapens en paarden,
van tanks, drones en raketten.
Het profetisch woord,
dat is het wapen dat het oordeel zal vellen
over de machten van deze wereld.
Elisa voelt zich ontwapend zonder de nabijheid van Elia.
Vandaar de schreeuw:
“Vader, vader! Strijdwagen en ruiterij van Israël!”

En de kerk heeft dat besef nodig.
Ze moet steeds herinnerd worden aan de profetie.
Laat je de kerk haar gang gaan,
dan loopt ze zomaar met het hoofd in de wolken
om daar haar hart te parkeren
en haar rust te zoeken.
Qua marketing misschien niet eens zo’n slecht idee.
Ze zou het daarmee vast beter doen
dan met het vasthouden aan oude vormen en gedachten.
Want de belangstelling
voor wat zo heerlijk vaag genoemd wordt ‘gene zijde’,
is groot.
Een beetje in de wolken.
Een beetje in de hemel.
Weg van de wereld waarin je zo makkelijk vastdraait.

Is het evangelie van vandaag dan niet
dat Jezus in de hemel is opgenomen?
Jazeker, dat is het.
Alleen is de hemel de plek
waarheen Jezus dit gebroken aardse leven
mee naar toe neemt omdat wij hem heilig zijn;
omdat deze aarde in nood hem heilig is.
De hemel is niet de plek
waarheen je kunt ontsnappen aan de aarde.
De hemel is er om open te gaan naar de aarde toe.
De hemel stort haar hart uit.
En tegelijk is die hemel het fundament waarin de toekomst
van mens en dier geborgd is.
Hoezeer wij ook ons best hebben gedaan
om de tak af te zagen waarop we zelf zitten.
Een hemel die niet de eindbestemming is van onze reis,
maar een hemel die ons terug plaatst op aarde
en die zegt: ‘En nou niet bang zijn!
Want de hemel is je fundament.
En de liefde je wapenuitrusting’
Nog tien dagen. Dan is het Pinksteren!
Hemelvaart is voor alles de 40e Paasdag.
Het verhaal dat Jezus belichaamt,
de nieuwe verhoudingen die hij heeft geschapen
met vergeving van zondaren
en nieuwe waardigheid voor het ellendig volk,
het kan niet meer stuk.
God heeft het voor eeuwig geborgd.
Dat vieren we vandaag.
Maar dat is geen boodschap om je blind op te staren.
Het is een boodschap waarmee je leven mag.

En elke keer wanneer je jezelf openhaalt
aan het alledaagse leven,
omdat je ziet hoe er met de waardigheid van mensen
wordt omgesprongen
en hoe hard het oordeel van de een over een ander kan zijn,
voel je de spanning met het koningschap van Christus.
Is het wel waar?
We wachten met smart op de komst van de Trooster,
op de uitstorting van Gods heilige Geest.
Ook dan is het verhaal niet voorbij.
Nee, dan begint het pas echt.
Amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.