Overwegingen van de Kerstnacht

Welkom en Inleiding op de dienst

Slaap zacht, lief kind.
Engelen houden de wacht.
Het speeldoosje speelt.
Heb je het tingeltje herkend
in het lied dat net voor jou en mij gezongen werd?
Het kinderbedje van mijn dochter
stond voor het raam aan de straatkant
in een Rotterdamse wijk
die de nodige problemen kende.
We woonden beneden
en hadden het bedje op wieltjes gezet.
Voor de nacht haalden we het bedje
uit voorzorg bij het raam vandaan.
Wie wil er niet even bij het raam vandaan
dat uitkijkt op een wereld
die de nodige problemen kent?
Wie wil er niet met zorg omgeven worden?
Daarvoor is de Kerstnacht.
Nee, we zijn geen kinderen meer.
Maar je even geen zorgen maken
en je veilig weten,
wie verlangt daar nou niet naar?
En tegelijk:
Als het maar geen spelletje is.
Want denk je de wereld weg,
dan ben jezelf ook nergens.

‘Guten Abend, gut’ Nacht,
von Eng’lein bewacht.’
Laat het waar zijn.
De wereld heeft het hard nodig.
En wij hier ook.

Openingsgebed

Goede God,
Kom in onze nacht.
Geen idee waar wij U zoeken moeten.
Maar laat ons niet alleen
met onszelf en met elkaar.
Er is zo veel om bij weg te kijken.
Een spoor van scherven.
Een zee van tranen.
Zie ons met liefde aan.
Fluister onze namen.
Ook als wij die van U vergeten zijn.
Verjaag onze spoken.
Haal onze angsten weg.
Laat in deze nacht
een nieuwe morgen dagen.
Amen

Geen plaats

Als je geen deur hebt om achter je dicht te trekken;
als er geen raam zit tussen jou en de wereld;
als buiten binnen is en binnen buiten;
als je onderdeel bent van heel die bliksemse bende
en niet kunt spelen alsof het niet zo is;
als je geen bescherming kunt bieden
aan het kind in jezelf
aan het kind dat je lief is,
wat dan?

Dan word je zomaar het plaatje bij het kerstpraatje
van alle mensen van goede wil en met een goed hart –
en dat zijn de meesten.
Voor even is er plek voor jou in hun verhaal.
Zij zouden ook wel willen dat het voor langer was
maar dat gaat gewoon niet.
Daarvoor is het verhaal niet sterk genoeg.
Kerst houdt ook weer een keer op.
Als het feest langer duren zou
komt vroeg of laat het moment
dat je uit hun plaatje stapt.

Bijvoorbeeld als jij je verhaal begint te vertellen
met al die open einden en toevalligheden,
de domme pech, de foute boel,
de weg naar huis die er niet is.
Een verhaal, te machtig voor lief zijn voor elkaar
en vrede tussen alle mensen.
De rek ontbreekt om jouw verhaal uit te luisteren
en jij bent zelf de eerste die snapt waarom.
Het had die ander ook kunnen gebeuren
en alleen díe gedachte al is onverdraaglijk.
Weg bij dat raam vandaan!
Ik wil het allemaal niet weten.
Dus voeg jij je deze dagen
naar het plaatje bij het kerstpraatje
van mensen van goede wil,
in ruil voor wat warmte en gezelligheid.
Dat is jouw plek in hun verhaal.
Samen met asielzoekers, daklozen,
schuldenstapelaars, en wie eenzaam zijn.
Hier klinkt vannacht een ander verhaal.
Een verhaal waarin je kunt wonen
zonder de boel op orde te hebben
zonder in welk plaatje dan ook te passen.
Het is het verhaal van een God die mens wordt
in een kind voor wie geen plaats was.
Geen plaatje bij een mensenpraatje
maar een ongelooflijk verhaal
waarin de hele wereld past.
Rond de God voor wie geen plaats was
mag alles en iedereen er van Hem zijn.
Alleen wel in de omgekeerde volgorde.
Vooraan rond de voederbak
staan wie het niet op orde hebben.
Daarachter al die anderen
die nog moeten wennen aan dat idee.

Winternacht

‘miljoenen kaarsen branden
voor de hulp die nooit kwam’
zong Leonard Cohen
in ‘You want it darker’.
Het is de titelsong van zijn laatste album
dat verscheen vlak voor zijn dood.
Ik heb nog even overwogen
om het in te ruilen voor een lied
waarin de sterren twinkelen.
Om uw kerstnacht niet te vergallen.
Want het is een donker lied.
De nacht is overal.

Het lied van Leonard Cohen vonkt heen en weer
tussen protest en overgave,
tussen afkeer van religie en zich toevertrouwen aan.
Daarin heeft het veel weg van een psalm.
Hij protesteert tegen een God
die mensen boven zich tegen de hemel projecteren.
Met miljoenen kaarsen verlichten zij de nacht
en zingen een slaapliedje tegen het lijden.
Maar de hulp blijft uit.
Leonard Cohen laat de nacht de nacht.
Zo bang en breekbaar als een mens maar zijn kan.
‘Hineni’ zingt hij, ‘Hineni’
Hebreeuws voor ‘Hier ben ik’.
In zijn godverlatenheid vermoedt hij God.
Niet dáár maar híer.
Hij geeft zich over.
‘Hineni’ – ‘Hier ben ik’.

Midden in die winternacht –
déze winternacht,
breekt de hemel in.
Waar? Bij herders die de nacht doorwaken
en de wacht houden bij hun kudde.
Geen droombaan.
Maar vind maar eens een andere.
Iemand moet het toch doen.
Hóe gebeurt het?
Stralende luister omgeeft hen.
De hemel is hier, om hen heen.
Het is schrikken als God zich laat zien
in jouw godverlatenheid.
Zo dichtbij.
Zo om hen heen
‘Hineni’ – ‘Hier ben ik’, zegt God
Onverwacht.
Ongepast.

En het wordt nog gekker:
‘Jullie zullen een pasgeboren kind vinden
dat in doeken gewikkeld in een voederbak ligt.’
Niet bij het raam vandaan gehaald,
weg bij de straat.
Nee, midden in de sores.
Midden in de winternacht.
‘Hineni’ – ‘Hier ben ik’, zegt God

Laten we naar Betlehem gaan

‘Laten we naar Betlehem gaan
om met eigen ogen te zien
wat er gebeurd is.’
Niet met de neus tegen het raam.
Nee, de kinderkamer uit.
Het kind op de arm.
En het kind ín jou wakker gemaakt.
De deur door, naar buiten.
Trek hem maar achter je dicht.
Loop de nacht maar in.
Betlehem is niet ver.

Weet je?
Alles waar je bang voor was
is daar buiten nog steeds.
Je hebt je de onveiligheid niet verbeeld.
Het is oorlog.
Het is nacht.
Het is godgeklaagd.
Zie ik jou nog?
Zie jij mij nog?
En toch heb je de deur achter je dicht getrokken.
‘Oost west, thuis best’ was niet genoeg
om je ervan te weerhouden.
Want er is iets gebeurd.
Iets dat het kind in jou wakker maakte,
het kind dat fluisterde: ‘Ga maar’, ‘Kom maar’
‘Ik weet de weg’
En je luisterde.
Je luisterde naar de stem van de hemel
die niet van boven kwam, maar van binnenuit.
Daar waar jij je had verschanst,
en geleerd had om te zeggen:
‘Ik red mezelf.
Want als ik het niet doe, wie doet het dan?’

‘Ik weet de weg naar Betlehem’ zegt de stem van de hemel.
‘Ga maar’, ‘Kom maar’
‘Ik ben de weg’
Het is een weg
waarop je alles onder ogen mag komen
wat je diep van binnen had weggestopt.
Ver achter alles waarmee je te koop loopt
en goede sier maakt
zonder werkelijk gelukkig te zijn.
Het kind in je helpt het dragen
op weg naar Betlehem.
En hoe dichterbij je komt,
hoe meer mensen je ziet gaan –
allemaal anders
allemaal eender in wat ze meedragen
en wat het licht in de weg zit.
En niemand hoor je meer zeggen:
‘Ik red mezelf wel’

Zo komen ze aan bij het kind in de voederbak:
God die zich uitgeleverd heeft aan onze nacht
En om Hem heen een nieuw ‘wij’
van mensen die hun lasten,
hun angsten, hun zorgen
als geschenken voor Hem neerleggen.
Gered door het Kind.

Voorbeden

Laten we bidden voor de kinderen in Gaza en in Oekraïne.
De zusjes en broertjes van het kind van Betlehem.
Waar is er plaats voor hen?
Ruimte om te kunnen spelen
en om ongestoord te kunnen slapen.
Gevrijwaard van granaten, van permanente angst
en van beelden die in de nacht gaan spoken in dromen.
Ze hebben niet de macht om het geweld te laten stoppen.
Hebben ze wel de toekomst, God?
Wij bidden voor theatermakers en musici,
die geen kans voorbij laten gaan om met kinderen te spelen
en met hen toekomst te verbeelden,
te midden van verwoesting, tegen de klippen op.
Wij bidden voor alle zorgverleners,
die met gevaar voor eigen leven hun werk doen.
Tot U bidden wij:
‘Zuivere vlam, verdrijf met je licht de angsten van ons hart’

Laten we bidden voor samen –
dat eenvoudig woordje dat zo lang vanzelf sprak
en dat nu geclaimd wordt door de bubbel van gelijkgezinden.
Wij tegenover zij.
Dat wij de kunst leren verstaan van luisteren en van vragen,
oog in oog en van hart tot hart met wie ons vreemd zijn,
maar klip en klaar een mens als wij, geboren uit een moeder.
Doorbreek de vijandsbeelden.
Verwijder de etiketten.
Zegen de gesprekken waar we wijzer van worden.
Tot U bidden wij:
‘Zuivere vlam, verdrijf met je licht de angsten van ons hart’

Laten we bidden voor het kind in onszelf,
betoverd door het licht van het Kerstfeest.
Dat we onszelf en elkaar het licht gunnen,
ondanks al het donker om ons heen
en de zorgen over de toekomst.
Een soort time-out waarin onze zachtheid wordt gewekt
en wij de vrede ervaren waarvan wij dachten dat die niet kon bestaan.
Laten we bidden voor ieder van ons, die te veel gezien heeft,
te vaak in het zwarte gat heeft moeten kijken,
om onbekommerd Kerst te kunnen vieren.
Dat het voor haar en hem te doen mag zijn.
Laat er een engel in de buurt zijn.
Tot U bidden wij:
‘Zuivere vlam, verdrijf met je licht de angsten van ons hart’

Zending en zegen

Zet je hart open.
Laat ons dromen dromen
waarvan de wereld beter wordt.
Koester het licht
dat jou en mij in deze nacht
geschonken is
en geeft het door

De zegen van de God
van Sara en Abraham,
de zegen van de Zoon
uit Maria geboren,
de zegen van de Geest
die als een moeder over ons waakt
zal met jullie allen zijn.
Amen

2 gedachten over “Overwegingen van de Kerstnacht”

  1. wanneer eenzaamheid je omringt
    de cirkel mensen minder wordt
    je klankbord langzaamaan verdwijnt
    en leegte binnenstroomt

    wanneer je budget aan het krimpen is
    je boodschappenlijst verkort
    tot slechts het broodnodige
    een kapotte wasmachine je de das omdoet
    en je maandgeld een week te laat binnenkomt

    wanneer gezondheid omslaat in neerslachtigheid
    en therapie op therapie volgt
    je ziektekosten niet meer op te brengen zijn
    want extra verzekert is slechts voor de rijken

    mijn God, hoe moet je dan nog leven

    u zei toch ergens in uw boek
    de weduwen, de wezen
    de zieken, de gekwetsten

    u zou toch op ze letten
    ze beschermen onder uw vleugels
    en dragen als een adelaar
    een herder zou u zijn
    het verloren schaap gaan zoeken

    …. of bent u meer van ’t delegeren

  2. Laten we ook bidden voor de slachtoffers van bruut geweld gepleegd op 7 oktober in Israël. Mensen onverhoeds aangevallen, verkracht, verminkt, vermoord of als gijzelaars weggevoerd.
    Voor hun familie in rouw en onzekerheid bidden wij, Heer ontferm u.

    Voor de vredestichters in de hele wereld bidden wij in het bijzonder in Israël die opstaan tegen een verblinde regering die volhardt in het geloof dat geweld de vijand kan verslaan.
    Heer ontferm u.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.