Overweging bij de Johannes-Passion (J.S. Bach)

Geliefden,

Er zijn mensen, die komen er pas achter dat Bach nóg een Passion heeft geschreven, als ze erover moeten preken. Gezien elk commentaar bij de Johannespassie begint met het pleidooi dat ze niet onderdoet voor de Mattheüs, hebben denk ik meer mensen hier last van. De Johannes lijkt het lot van haar andere Bijbelse naamgenoot te delen: ze bereidt de weg voor degene waar het werkelijk om draait.

Hoe zou Bach dat vinden? Had de Grote Meester zelf misschien ook moeite met de eigenwijze vierde evangelist? Het zou zomaar kunnen. De andere evangeliën – Matteüs, Markus en Lucas – lopen gelijk op: drie biografieën, met elk hun eigen accenten. Johannes, die doet niet aan accenten – hij spreekt een heel andere taal. Hij verhaalt niet, hij verkóndigt. Je zou hem de vreemde eend in de bijt kunnen noemen, ware het niet dat Johannes geen scharrelaar aan de waterkant is. Johannes is de adelaar. Hij zweeft hoog boven de geschiedenis. Hij overziet het geheel van bovenaf. Daardoor krijgt alles wat hier gebeurt een bovenmenselijke lading. De strijd die Johannes in zijn lijdensverhaal schetst is er niet een tussen mensen, maar tussen machten. Bach de theoloog voelde dat haarfijn aan en verklankt het. De muziek staat in dienst van het woord. Vergeleken bij de Mattheüspassion zijn de koren hier fel, haast demonisch. Het is het licht tegen de duisternis. Een drama van kosmische omvang.

De uitdaging voor Bach was om recht te doen aan het dramatische, zonder dat het sentimenteel wordt. Want dat mag niet, bij Johannes. Hij wil geen medelijden oproepen, maar aanbidding. De gruwelijke details van een kruisiging laat hij achterwege. Een commentaar verwoordt het treffend: “Zo nuchter is een kruisiging zelden beschreven.” De Christus die we hier tegenkomen, is een heel ander figuur dan bij de andere evangelisten. Geen man van smarten, die de marteling lijdzaam ondergaat, maar een koning, in al zijn ongenaakbare majesteit. Soeverein tot het eind. Het overkomt hem niet, wat hier gebeurt. Eerder, in het Johannesevangelie, zegt Jezus zelf: “Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf.” (10:18) Hij bepaalt het tempo. Hij stelt de vragen. Hij is Heer, ook over zijn eigen lijdensweg.

Waar blijft de menselijkheid in dit alles? Dat vond Bach ook lastig. Hij kan het niet laten om af en toe stukjes uit Mattheüs Johannes in te smokkelen. Bach blijft uiteindelijk een kind van zijn tijd, niet vies van een beetje bloed en pathos.[1] Maar ook als je niks met die barokke geloofsbeleving hebt, kun je moeite hebben met het beeld van Jezus dat hier ontstaat. Wie aan het lijden in de wereld niks anders tegenoverzet dan dat God er bij is, liefdevol maar machteloos, moet niet bij Johannes zijn. Bij hem is Christus juist oppermachtig. Dat kan schuren. Er zijn in deze wereld al genoeg machtige, onaantastbare mannen.

Voordat we Jezus daarmee gaan associëren, moeten we nog een keer heel goed lezen. En luisteren. Bach helpt ons daarbij. Zeker, Jezus is koning, maar de muziek laat zien, waarin dat koningschap werkelijk bestaat. Vanaf het begin al: assertief spreekt Jezus in de tuin de soldaten toe: “Ik zei het toch al, ik ben het, die jullie zoeken.” Maar dan volgt gelijk: “… laat deze mensen dan gaan.” Het is niet: “wie doet mij wat?”, maar: “doe hen niks.” Straks wordt het nog duidelijker, als Pilatus aan Jezus vraagt of Hij een koning is. Let maar op de diepe ligging van “Ich bin ein König.” Dan blijkt: de koninklijke weg gaat door het lijdensdal. God kiest de weg naar beneden.


Wie koning is op zo’n manier, ontneemt alle andere machten hun glans.

Alleen met de blik van liefde die zichzelf geeft, kun je zien dat wat hier gebeurt geen ondergang is, maar een kroning. Het kruis verandert van een martelwerktuig in een troon.  

Maar voordat het zo ver is, moet er eerst nog heel wat gebeuren. Genoeg gepraat. Er is geen tijd te verliezen. De Johannes wacht op niemand. Wij moeten ons haasten. Waarheen?

Naar Golgotha.

Amen


[1] In de versie die zondag uitgevoerd werd, ontbreekt de aria Erwäge. Misschien wel beter:  de moderne hoorder zal moeite hebben met de oproep om te overdenken, hoe Jezus’ “met bloed gekleurde rug in alle opzichten op de hemel lijkt”.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.